Wijffels liet er geen misverstand over bestaan: hij streeft naar ‘een betere wereld, néé, een veel betere wereld’, schreef de Volkskrant de dag na zijn afscheid. De krant had een passende omschrijving bedacht voor Wijffels. Werd hij door zijn centrale positie in de bestuurlijke elite in het verleden wel omschreven als de machtigste man van Nederland, nu gaat hij door het leven als ‘de nationale hemelbestormer’.
In de bundel In naam van de natuur, een religieus getint werk over duurzame ontwikkeling, leiderschap en persoonlijke verandering, heeft het interview met Herman Wijffels de opening toebedeeld gekregen. ‘Leven is dienstbaar zijn aan de evolutie’ luidt de kop boven het stuk, waarin Wijffels vertelt over de invloed die de natuur op hem heeft en hoe hij zich probeert open te stellen voor invloeden van buitenaf. Dat doet hij door te mediteren en door zichzelf met enige regelmaat ‘leeg te maken’. Hij grijpt nog steeds terug op zijn jeugd in Zeeland, waar hij, liggend op zijn rug en luisterend naar leeuweriken, ‘buitengewoon diepgaande, kosmische ervaringen’ had. Die leeuwerikervaring kwam hem in 1986, toen hij werd aangesteld als voorzitter van de Rabobank, goed van pas toen hij de activiteiten van de bank wilde analyseren. Destijds maakte hij zich vooral zorgen om de intensieve veehouderij en begon hij zich open te stellen voor de gezichtspunten van de milieu- en natuurbeweging, vertelt hij. Dat was voor Wijffels een vormende ervaring: vanaf dat moment groeide zijn besef van het belang van duurzaamheid.
Kosmische en religieuze ervaringen spelen een grote rol in ‘In naam van de natuur’. Wijffels en enkele andere medewerkers aan de bundel hebben deelgenomen aan de Wilderness Leadership Trails van Ian Player in Zuid-Afrika, waar zij te voet de wildernis in trekken. De ontmoeting met de overweldigende natuur stemt nederig, blijkt bij lezing van het boek. Wijffels zegt dat je onmiddellijk onderdeel wordt van de energie die er heerst. De woeste natuur en de grote, wilde dieren zorgen ervoor dat conditioneringen wegvallen, waardoor je ook weer een staat van puurheid kunt bereiken.
‘In naam van de natuur’ is eigenlijk een pleidooi voor bescheidenheid. In de inleiding schrijven de samenstellers dat het bij het streven naar duurzaamheid in feite al lang niet meer alleen om natuurbehoud gaat. De natuur is geen autonoom gegeven: net als alle andere levensvormen maken wij er deel van uit. Wij zijn fundamenteel met elkaar verweven en daardoor ook afhankelijk van elkaar. Het is daarom principieel onjuist om door te gaan met roofbouw te plegen op onze planeet, is de logische conclusie. En om dat te voorkomen, zal iedereen fundamentele keuzes moeten maken.
Het verlanglijstje dat Wijffels bij zijn afscheid presenteerde, is ingrijpend. Net als Henk Keilman in zijn pamflet Crisis? Hoezo crisis? pleit de oud-bewindvoerder van de Wereldbank voor ingrijpende maatregelen, juist nu. Denk aan een CO2-bank, een wereldmunt, een wereldpolitiemacht. De manier waarop westerse regeringen de crisis aanpakken, laat zich in de woorden van Wijffels nog het best omschrijven als ‘restauratiepolitiek’. De crisis biedt juist de kans voor een visionaire politiek, met oplossingen voor grote problemen. ‘Wij vragen te veel van planeet aarde’, zei hij in Den Haag. Het zou een echo kunnen zijn van wat hij in de bundel In naam van de natuur zegt: als cocreërende actoren moeten de mensen hun verantwoordelijkheid nemen en een stap zetten naar een hoger bewustzijn. Het is tijd voor een antwoord op de situatie waarvoor wij zelf verantwoordelijk zijn.
Over Hans van der Klis
Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.