Louise Boelens, psycholoog en jurist, onderzoekt wat vrouwen van vijftig zo sterk maakt. Op basis van interviews heeft zij vragen geformuleerd en per e-mail verspreid. Het sneeuwbaleffect leidde tot ruim 130 reacties. Die informatie wordt aangevuld met literatuurstudie en gesprekken met deskundigen. Het geheel is samengebracht in 'Vrouwen van 50'. Vijftig worden, is erger dan 50+ zijn. Dat heeft te maken met de beelden die we hebben van die magische grens: het voelt aan als 'het begin van de definitieve teloorgang'. Met 50 ben je echt oud, is je uiterlijk verval niet meer te corrigeren, ben je maatschappelijk uitgespeeld en hoor je tot 'de oude hap'. Rond die magische grens van 50 zijn we nog vitaal. We hebben geïncasseerd: we hebben te maken (gehad) met geleidelijke onthechting, zorg om partners of familie, veranderende rollen, relaties en verwachtingen, teleurstellingen, afscheid en verlies van dierbaren. We weten wat melancholie is en hebben geleerd om te relativeren. Dat alles heeft zelfbewustzijn, empathie en veranderingsvaardigheid sterk ontwikkeld. Wat niet wil zeggen dat we ons allemaal bevrijd hebben van stress en psychische vermoeidheid. Want de factoren daarvan liggen doorgaans in financiële zorgen, een slechte balans tussen werk en privé of in gebrek aan regelmogelijkheden in het werk. Maar daarin onderscheiden we ons niet van jongeren. Nu spelen thema's een rol die te maken hebben met vergankelijkheid en het besef van eindigheid. Hoe lang ben ik nog fit? Aantrekkelijk? Ben ik binnenkort ook een probleemgeval: zo'n stagnerende oudere? Word ik dan links en rechts gepasseerd? Kan (of wíl!) ik dan nog mee in de ratrace? Of wordt onze vernieuwde ambitie juist gewaardeerd? We zitten boordevol energie en verwachtingen, maar zijn tegelijkertijd bang om afgeserveerd te worden. Het is voor veel vrouwen een fase van transformatie, van kracht en persoonlijke groei. Er groeit een 'nu-of-nooit'-gevoel. Binnen partnerrelaties wordt de balans opgemaakt in geven en nemen. Er wordt zo nodig schoon schip gemaakt, onaffe zaken uit het verleden worden aangepakt. Het zorgen voor anderen en de drang om de lieve vrede te bewaren zet zich om in nieuwsgierigheid, zelfvertrouwen en een sterker non-conformisme: uitkomen voor je eigen mening of behoeften. Wat anderen van je vinden, is minder belangrijk geworden. Dit houdt overigens niet in dat de zorgverantwoordelijkheid voor kinderen en ouders ophoudt. Wel veranderent de relatie met hen. Toegegeven: door de kwalitatieve onderzoeksopzet zijn de uitkomsten niet representatief. Er wordt soms gegeneraliseerd, want persoonlijke groei is natuurlijk niet alleen aan deze fase gebonden. Desondanks biedt het boek een schat aan informatie. Boelens verwijst bovendien naar onderzoek dat bevestigt dat hoogopgeleide werkende vrouwen zich blijven ontwikkelen, in tegenstelling tot de lang heersende opvattingen. Aanvullend onderzoek toont bovendien aan dat ditzelfde geldt voor vrouwen én mannen, ook in de arbeidsklasse. (Dit is overigens niet het eerste onderzoek dat laat zien dat 'ouderen' nog steeds met hun tijd en veranderingen meegaan.) Hoort dit boek nu tot managementliteratuur? Ik zeg volmondig: ja! De huidige arbeidsmarkt is krap. Vergrijzing, leeftijdsbewust beleid en langer doorwerken zijn actuele thema's. Toch blijven de meeste werkgevers vissen in dezelfde kleine vijver. 'Desnoods kopen we ze weg', las ik onlangs. Nog te vaak domineert het beeld dat 'ouderen' -wie dat ook mogen zijn- stilstaan, niet meer mee kunnen, of erger nog, niet meer mee wíllen komen met de snelle veranderingen. Daarom hoop ik van harte dat veel werkgevers, vooral managers, HR-managers en recruiters, dit boek zullen lezen. Het zal menig vooroordeel jegens 50+ers bijstellen. Wij hebben onszelf nog lang niet afgeschreven, integendeel! Louise Boelens schrijft prettig en openhartig vanuit zichzelf. In 'Vrouwen van 50' slaagt ze erin de lezer mee te nemen in de ervaringen van zichzelf en vele anderen. Daarnaast geeft ze een schat aan aanvullende informatie mee. Ik hoop op het vervolg: 'Mannen van 50'.
Over Hilde Veraart-Maas
Hilde Veraart-Maas (1954-2019) was organisatiesocioloog. Na 22 jaar Human Resources Management vestigde zij zich als HRM-adviseur, trainer en (team)coach. Zij heeft door de jaren heen het socratisch coachen verder ontwikkeld. Zij werkt vanuit het principe: 'je weet zelf het beste wat goed voor je is!' De kracht van gedachten staat in haar aanpak centraal en de methode bewijst vooral goede diensten als iemand niet geholpen wil worden. Zij schreef diverse boeken over socratisch coachen, niet alleen als coachingsmethode (2006), maar ook over de vele toepassingsmogelijkheden. Zij was Master Practitioner NOBCO EMCC.