strong>‘Helder denken over economisch bloei in Nederland’ is de onderstitel die Frank Kalshoven, econoom, columnist en eigenaar van de Argumentenfabriek aan zijn boek Groeiland meegeeft. Een onderschrift dat dit boek verdient. Middels een logische opbouw neemt Kalshoven je mee door zijn vakgebied: de economie. Hierbij focust hij zich specifiek op economische groei (en krimp). Vanuit zowel macro als microniveau zoomt hij in op groei en door slim gebruik te maken van overzichtelijke illustraties om zijn verhaal kracht bij te zetten leest het boekje (170 pagina’s) lekker weg.
In het eerste deel van het boek focust Kalshoven zich op het uiteenzetten van het belangrijkste begrip: economische groei en waar dit door wordt veroorzaakt. Om maar meteen met de deur in huis te vallen ‘economische groei is een verzinsel/ een bedenksel dat ergens in de jaren ’30 van de vorige eeuw’ is bedacht, Het is de groei van het nationaal inkomen van een land, het is wat wij als land jaarlijks verdienen, produceren en besteden. Als ‘verzinsel’ is economische groei echter leidend in het 8 uurjournaal, wij baseren er onze jaarlijkse begroting op en het is de basis waarop wij kabinetten afrekenen en ons eigen geluk mede bepalen. Kalshoven waagt zich ook aan de discussie of een land zich niet enkel zou moeten focussen op economische groei, maar ook op een groei van het menselijk geluk. Een idee dat slecht strookt met het neoliberale gedachtengoed, dat gekenmerkt wordt door haar focus op economische groei, maar dat in de huidige tijd ook in de samenleving meer aan kracht wint. Deze focus op geluk als meeteenheid van groei treedt in de rest van het boek (helaas) minder op de voorgrond.
Om economische groei te bewerkstelligen kun je twee dingen doen. Wij kunnen als land meer gaan werken (in uren/maanden/jaren gewerkt per persoon) of wij kunnen per tijdseenheid meer gaan produceren en dus innoveren. Klinkt logisch toch? Kalshoven weet middels zijn ‘oorzakenladder’ deze begrippen in zijn geheel af te pellen tot hapklare brokken; na het lezen van deze hoofdstukken ben je in staat om zelf een college Economy 101 op de universiteit te verzorgen.
Deel twee van het boek focust zich meer op de huidige staat van Nederland (ietwat gedateerd gezien de focus op Nederland en de crisis, waar wij inmiddels weer uit zijn) en waar wij als land (en als persoon) naar toe willen met Nederland. Hier daagt Kalshoven de lezer uit. Hij legt de lezer vier keuzes voor op een as van minder/meer werken en meer/minder investeren en schetst op illustratieve wijze het Nederland dat gecreëerd zou kunnen worden als deze keuzes gevolgd worden. Mijn eigen voorkeur gaat uit naar ‘Innovatieland’, een land met een focus op productiviteit en minder uren werken dan het huidige gemiddelde in Nederland, de keus van Kalshoven laat zich gemakkelijk raden.
Kalshoven past in het slot de begrippen vanuit de macro-economie toe op ons eigen persoonlijk leven. Hoe deel jij zelf als persoon je leven in en realiseer je je eigen economische groei? Kalshoven houdt hier een pleidooi voor het leven lang leren, iets wat ik als adviseur bij Adviestalent alleen maar kan onderschrijven. Ik leer elke dag nieuwe dingen in mijn werk en om zelf competitief te blijven op de arbeidsmarkt en de globaliserende wereld waarin wij leven moet je jezelf constant blijven ontwikkelen.