Het platform Koplopers in de Zorg is een initiatief met als doel het versterken van de bedrijfsvoering en het innovatievermogen van zorgorganisaties door het delen van kennis. Het platform bracht al enkele publicaties uit waaronder ‘Koplopers in de zorg – 50 formules voor succes’. Daarin worden 50 zorginstellingen beschreven die volgens de auteurs en organisatieadviseurs Marcel van Marrewijk en Jaap Jan Brouwer met succes de veranderingen in de zorg te lijf gaan en als best practice en koploper beschouwd mogen worden. Het nieuwe boek ‘Succesvol organiseren in de zorg – Theorie en praktijk van koplopers’ borduurt hierop voort. Ook met dit boek willen van Marrewijk en Brouwer twee dingen: enerzijds het in kaart brengen en voor breed publiek toegankelijk maken van inspirerende cases en anderzijds het stimuleren van kennisuitwisseling tussen zorgorganisaties. De beschreven zorginstellingen zijn actief in verschillende sectoren zoals ziekenhuiszorg, ouderenzorg, jeugdzorg, gehandicaptenzorg, GGZ en maatschappelijke ondersteuning. De auteurs onderkennen twaalf succesfactoren die volgens hen de performance van de organisatie sterk beïnvloeden en die ook de hoofdstukindeling van het boek vormen. Deze twaalf succesfactoren zijn: visie op zorg, besturingsfilosofie, organisatiearchitectuur, leiderschap, strategie en portfoliomanagement, human relations (medewerkers en teams), leren en innoveren, inkoop en vastgoed, ketensamenwerking en stakeholdermanagement, bedrijfsprocessen, kwaliteits- en risicomanagement en veranderen en transformeren. Zorgorganisaties moeten dus op een breed terrein presteren, verbeteren en vernieuwen. Wat opvalt in de opsomming van vertrouwde organisatieonderwerpen, is dat aspecten als marktgerichtheid, klantgerichtheid, ondernemerschap en wendbaarheid niet expliciet genoemd worden. Spelen dit soort factoren inderdaad een ondergeschikte rol of zijn ze over het hoofd gezien? De auteurs benadrukken dat er geen unieke succesformule is en dat alle ‘koplopers’ op een of meer gebieden uitblinken door op een geheel eigen wijze te werk te gaan. De ene doet aan Planetree, de ander aan Lean Six Sigma, weer een ander stuurt op kernwaarden, terwijl een ander de focus legt op innovatie of inspirerend leiderschap en zelfsturing. Ieder hoofdstuk (iedere succesfactor) bevat een theoretische inleiding gevolgd door enkele korte voorbeelden uit de praktijk. Zo wordt er in meerdere hoofdstukken een koppeling gemaakt tussen de verschillende organisatietypen (clanorganisatie, machtsorganisatie, bureaucratische organisatie, rationele organisatie, professionele organisatie, netwerkorganisatie en fluïde organisatie), de kernmerken van zo’n type organisatie en de manier waarop de koplopers in de zorg op dit gebied in de praktijk te werk gaan. Op het gebied van besturingsfilosofie lezen we bijvoorbeeld over de aanpak van STMR, CuraMare en de Passarel en in het hoofdstuk over leren en innoveren spelen organisaties als Alliade, Sevagram en Leo Kannerhuis de hoofdrol. Zo passeren in ieder hoofdstuk weer andere zorgorganisaties de revue. Bij iedere praktijkcase vind je een handige opsomming van de belangrijkste leerpunten. De koppeling tussen theorie en praktijk wordt ‘losjes’ gelegd en pakt niet bij alle succesfactoren even goed uit. Zo worden in het hoofdstuk over strategie en portfoliomanagement de begrippen product leadership, operational excellence en customer initimacy aan Micheal Porter toegeschreven en niet aan de bedenkers Treacy & Wiersema. Ook ontbreken hier de in de zorg veelgebruikte portfoliomodellen van BCG en GE als theoretische onderlegger voor portfoliomanagement. Succesvol organiseren in de zorg geeft alles bij elkaar een goed beeld van de ontwikkelingen in de zorg, hoewel de informatie over de zorginstellingen uit 2013 stamt en inmiddels drie jaar oud is. Jammer genoeg maakt ook dit vervolgboek niet duidelijk op grond waarvan de beschreven zorgorganisaties bestempeld zijn tot ‘koploper’ in de zorg. Het lijkt een willekeurige greep uit de vele duizenden zorgorganisaties die Nederland rijk is. Een veel besproken trendsetter als Buurtzorg ontbreekt bijvoorbeeld omdat in hun geval ‘ontwikkelstappen zijn overgeslagen waardoor in de praktijk problemen ontstaan die publicitair knap uit de pers worden gehouden’, aldus de auteurs. De koplopers pakken dit beter aan, zo schrijven de auteurs. Helaas wordt deze constatering niet verder toegelicht. Het boek biedt veel informatie en inspiratie met een mix van theoretische duiding en praktische werkelijkheid. De verhalen zijn positief en bieden stof tot nadenken. Het boek bevat een overzicht van zorgorganisaties die met visie, durf en toewijding de uitdagingen in de zorg aangaan. Indachtig het aloude gezegde dat ook op de zorg van toepassing is: vele wegen leiden naar Rome.
Over Sjors van Leeuwen
Sjors van Leeuwen (Indora Managementadvies) is adviseur, auteur en spreker op het gebied van klantgericht ondernemen, strategie en marketing. Door zijn ervaring is hij goed thuis in vele strategische vraagstukken en het toenemend belang van de ‘de klant’ als onderscheidende factor. Sjors schreef o.a. Wendbare strategie op één A4, Zorgmarketing in de praktijk en CRM in de praktijk.