De meeste organisaties die beschreven worden hebben allemaal hun eigen specifieke eigenschap waardoor ze als 'koploper' worden bestempeld. De ene doet aan Planetree, de ander aan Lean Six Sigma, weer een ander stuurt op kernwaarden of op innovatie. Daarnaast is er een grote verscheidenheid in het soort organisaties: van groot tot klein, van oude institutie tot nieuwe onderneming, van ziekenhuis tot welzijn. Dit boek geeft daarom een aardig beeld van de veelheid aan initiatieven die er beschikbaar is om de zorginstituties beter aan te laten sluiten bij hedendaagse bestuurlijke vraagstukken. De auteurs hebben vooral bestuurders geïnterviewd. Door de veelheid aan interviews geeft het een aardig inzicht in het huidige discours bij zorgbestuurders. Ze hebben het bijvoorbeeld allemaal over een bepaalde vorm van 'empowerment' bij zowel werknemers als patiënten. Bureaucratie komt er ook niet goed van af, en de meesten zijn op zoek naar 'kernwaarden'. Hoewel deze taal in het huidige zorglandschap erg belangrijk is, mis ik in dit boek een taal die gaat over kwetsbaarheid, de onmogelijkheid en eindigheid van het leven voor veel patiënten. Er gaat vanuit dit boek een groot medisch maakbaarheidsideaal uit (dat blijkt alleen al uit de gekozen foto's waarop louter blije en actieve mensen staan). Toch denk ik dat dit boek voor veel bestuurders inspiratie op kan leveren. Het is een grote grabbelton aan methodes waar je uit kunt kiezen om organisatieprocessen en inhoudelijke zorg te verbeteren of te vernieuwen. Bovendien is dit boek ook interessant voor politici die bij de minste of geringste fraude vooraanstaan om te roepen dat het allemaal zo niet verder kan. Dit boek geeft vertrouwen dat het, in ieder geval bij de beschreven instellingen, wel zo verder kan. Een aardige vraag voor de auteurs zou zijn hoe ze deze organisaties als 'koplopers' hebben bestempeld. Hoe bepaal je wanneer een zorgorganisatie voorop loopt? Opvallend is bijvoorbeeld dat het meest gebruikte voorbeeld in Nederland als het gaat om goede zorg – Buurtzorg Nederland – er niet in staat. Dit is ook niet erg, en misschien juist wel verfrissend, maar het brengt op zijn minst de vraag met zich mee hoe organisaties worden geselecteerd. De auteurs nuanceren dit zelf overigens ook, en ze beloven in het najaar met een onderbouwing te komen over de achtergronden van de verschillende successen. Wij zijn benieuwd!
Over Henk den Uijl
Henk den Uijl is beleidsmedewerker bij de Nederlandse Vereniging voor Toezichthouders in Zorginstellingen.