In het eerste gedeelte van het boek - ‘Het verhaal’ - beschrijft Jochen Hekker zijn ervaringen binnen vooral de maritieme en militaire omgeving. Hoe hij vanaf het begin van zijn opleiding te maken krijgt met vormen van leiderschap, hoe hij daarmee omgaat en hoe dat hem uiteindelijk gevormd heeft tot de leider die hij is geworden. Door ‘Het verhaal’ heen zijn er momenten waarop leiderschapselementen aan bod komen en die door de auteur als bouwsteen worden benoemd, zoals: doorzettingsvermogen (in militaire termen niet opgeven), integriteit (staan voor je zaak), etiquette (hoe je te presenteren bij bezoeken aan andere NAVO-lidstaten), verantwoordelijkheid (voor de mensen waar je leiding aan geeft, maar ook materiële zaken die ter beschikking worden gesteld), etc.. De benoemde bouwstenen worden in het tweede deel van het boek gebruikt om de diverse leiderschapsstijlen op verschillende niveaus te kunnen analyseren. En krijgen we antwoord op vragen als: waarom acteert een bepaalde leider zoals hij doet, of wat heb ik voor leiderschapselementen nodig om een bepaalde leidinggevende functie te kunnen of willen vervullen? Bij het lezen valt het op dat Jochen Hekker de diverse bouwstenen wel heel gemakkelijk omzet naar bijvoorbeeld het bedrijfsleven. Er is een wezenlijk verschil waar het betreft de acceptatie van leiderschap in een militaire omgeving of binnen het bedrijfsleven. In het eerste geval staat ‘het leven’ op het spel. Wordt er niet voldoende samengewerkt of is er geen vertrouwen in de meerdere, dan kan in een crisissituatie ‘het leven’ worden verloren. Als het gaat om het bedrijfsleven, dan zijn vooral de shareholders geïnteresseerd in het maken van winst, terwijl de werknemers zich sec voor een bepaalde tijd verhuren aan het bedrijf. Het gaat daarbij om het verkrijgen van ‘vervangbaar’-inkomen, maar het leven van een medewerker staat niet op het spel. Binnen Defensie is het, gezien de taak waar Defensie voor staat, dan ook duidelijk dat er een heldere bevel-/commandostructuur nodig is, ergo een sterke hiërarchie. Het tweede gedeelte van het boek waar het gaat om ‘De theorie’, vind ik het sterkste deel van het boek. In dat gedeelte komen onderwerpen aan de orde als ‘wat is leiderschap’ en worden die onderwerpen ondersteund door relevante theorieën. Binnen dat gedeelte bestaat er ook aandacht voor de kritieke leiderschapseigenschappen. Zeg maar die eigenschappen waarover iemand in een bepaalde functie daadwerkelijk dient te beschikken om zijn functie goed uit te kunnen voeren. In dit gedeelte kom ik terecht bij de definitie van leiderschap volgens Jochen Hekker. Hij zegt daar: ‘Leiderschap is het vermogen om ervoor te zorgen dat anderen jou erkennen als leider door het bewust en onbewust, inzetten van specifieke (leiderschaps)eigenschappen.’ Met deze definitie ben ik in het geheel niet eens. Het gaat er niet om dat anderen je erkennen als leider. Nee, het gaat er juist om dat anderen je ‘accepteren/willen volgen’ als leider door bijvoorbeeld voorbeeldgedrag, uitzonderlijke intellectuele en/of fysieke vaardigheden. Het gaat ook niet om het aanleren of cultiveren van leiderschapskenmerken. Dat is te theoretisch. Er zijn te veel falende managers binnen bijvoorbeeld de Rijksoverheid die een leidinggevende positie krijgen op basis van anciënniteit, maar die vervolgens dramatische managers zijn omdat ze hoewel inhoudelijk goed zijn, niets begrijpen van het vak ‘managen’. Het is een leuk boek om te lezen, goed geredigeerd en bevat stof om over na te denken en kennis om je eigen te maken. Ook een boek wat bij gebruik eigenlijk wel aanleiding geeft om eens stevig over te discussiëren. Misschien is het daar ook wel voor bedoeld.
Over Dick Bos
Dick Bos (1958) studeerde onder andere Rechten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en Bedrijfskunde aan de NCOI Business School (MBA). Daarnaast voltooide hij naast tal van managementcursussen de opleiding tot gecertificeerd compliance officer bij het NIBE-SVV. Hij is nu werkzaam bij Rijkswaterstaat.