Wellicht tot verbazing van velen is Taylor in zijn stellingen niet eens zo extreem als vaak gezegd wordt. Natuurlijk is het tenenkrommend om Taylor' s beschrijving van 'lijntrekken' te lezen. Hieruit komt ook de veelgehoorde opmerking voort dat Taylor de mens van nature lui vindt. Maar als je verder leest ontdek je dat in de uitwerking van de oplossing helemaal niet de zweep voorop staat. De werknemer dient 'op vriendelijke wijze te worden geholpen', in een (...) 'nauwe, persoonlijke samenwerking tussen management en werknemers'. Allemaal zaken die je in boeken over Taylor niet zo snel leest, maar in het boek van Taylor wel staan. Taylor vervolgt: De werknemer moet een 'speciale stimulans bieden' en die dient 'vergezeld te gaan van persoonlijke aandacht voor en een vriendschappelijke verstandhouding met zijn werknemers'. Nog eentje: 'We behandelen de werknemers niet als massa, maar proberen elke afzonderlijke werknemer te ontwikkelen tot zijn hoogste niveau van efficiëntie en welvaart'. Natuurlijk zijn niet alle opmerkingen van Taylor zo mild. Andere opmerkingen zijn zeker niet meer van deze tijd en noemen we tegenwoordig zelfs inhumaan. Maar achterhaald is Taylor zeker niet. Zeker niet als we ook procesautomatisering in de vergelijking betrekken. Mensen accepteren tegenwoordig de ruwe behandeling van Taylor misschien niet, maar machines wel. De wat mechanische visie van Taylor kon in zijn tijd nog niet volledig op machines toegepast worden, maar de techniek biedt nu veel meer mogelijkheden. Waar Schmidt (de Nederlander uit Pennsylvania die in een illustratie van het Taylorisme figureert) met geld tot hogere prestaties verleid wordt, stoppen we dat geldt nu in efficiëntere machines. Die machines horen we niet klagen als ze ruw behandeld worden. In hun naschrijft van dit boek stellen Jaap Peters en Harold Jansen dat Taylor 'iedereen benadert als lid van de Jostiband'. Ongemerkt doen ze dit zelf ook met Taylor. Naar de letter is Taylor met zijn mensvisie misschien minder toepasselijk voor kenniswerkers. Laten we niet vergeten dat naast de kenniswereld ook gewoon een productiewereld blijft bestaan. Overal waar 'made in Hongkong' op onze apparaten staat, heeft een Tayloriaanse fabriek het productiewerk gedaan. Tot nu toe hebben zich nog geen betere principes aangediend om die productiewereld te besturen. Combineer de denkbeelden van Taylor met procesautomatisering en alle concepten blijven 100 jaar na dato onverkort van kracht. Lees voor kip konijn en voor mens machine, en het Taylorisme de wereld van morgen. De kenniswerker en de productiewerker in een gouden samenwerkingsverband. Walter van Hulst haalt in het voorwoord bij dit boek Peter Drucker aan: 'De grootste verdienste van het management van de 20ste eeuw is de vijftigvoudige verbetering van de productiviteit van de fabriekswerker. De grootste uitdaging van het management van de 21ste eeuw is om de productie van de kenniswerker op een vergelijkbare wijze te verbeteren'. De klassieker van Taylor biedt basiskennis voor elke manager. Die kunnen door de scherpe randjes van weleer wel heen lezen. Wat overblijft zijn principes van wetenschappelijk management die juist in combinatie met modern management een rijke oplossing kunnen bieden.
Over Joost van Driessen
Joost van Driessen is manager bij het Ministerie van Defensie. Hij is afgestudeerd in de informatica aan de Universiteit Leiden en deed zijn MBA-opleiding bij de Business School Nederland. Zijn werkterrein bevindt zich op het grensvlak waar organisatie en informatie elkaar raken.