De belangrijkste elementen van het oplossingsgericht werken zijn: doe meer van wat werkt en doe het in kleine stappen. Ook de positieve grondhouding is een belangrijk kenmerk. Altijd kijken naar de halfvolle fles, nooit naar de haflege. In onze westerse maatschappij is het oorzaak-gevolgmodel sterk dominant. Dat werkt natuurlijk goed bij bijvoorbeeld medische en technische problemen. Ligt een virus ten grondslag aan een ziekte: pak het virus aan en de ziekte verdwijnt. Bij organisatieproblemen zijn de zaken complexer. Er is nooit een rechte lijn van oorzaak naar gevolg. En het is niet gezegd dat het analyseren van de problemen een oplossing biedt, hoewel opdrachtgevers dit vaak wel vragen!. De methode gaat daarom snel naar de toekomst: wat wil je bereiken en hoe ga je dat aanpakken. Het verleden is natuurlijk wel relevant, maar uitgebreid de oorzaak zoeken als je feitelijk de problemen wilt aanpakken, is domweg niet nodig. Wat de werkwijze aantrekkelijk maakt, vind ik het leren uit het verleden. Wat werkte er in het verleden? Dat kun je nogmaals doen. Eigen oplossingen werken beter dan interessante managementmodellen die vaak net niet op jouw situatie van toepassing zijn. Eigen oplossingen zijn herkenbaar, je weet al dat ze werken en zijn voor jou behapbaar. Het boek biedt daarnaast vele handige interventietechnieken, even simpel als doeltreffend. Bijvoorbeeld de schaalvragen: op een schaal van 0-10: waar zit u nu en waar wilt u komen? Wat zou u dan als eerste moeten doen? Het zet mensen aan het denken en je zit gelijk in een positieve glijbaan richting toekomst. Het is eigenlijk een antiklaagboek: probeer maar eens uit hoe klagen werkt: je raakt er zwaar en moe en ongeïnteresseerd van. Niet elke cliënt staat te trappelen om gecoacht te worden: het ligt immers niet aan hem, maar vooral aan anderen. De indeling in bezoeker, klager of klant is ook hier nuttig. De klager geeft altijd de ander de schuld, de bezoeker komt een even langs om te kijken of er iets te halen valt. Alleen de klant is echt geïnteresseerd en wil zowel halen als brengen. Maar de klant wil vooral iets leren. Elk soort relatie vereist zijn eigen interventies. Coach niet iemand die niets wil, maar kijk wat je wel voor hem kunt doen. Er is een prachtig voorbeeld in het boek van een coachingsgesprek met een 'klager'. De klager herhaalt steeds dat met hem niets aan de hand is, maar met anderen wel en wil de coach verleiden daarin mee te gaan. De coach laat zich niet ontmoedigen, stelt alleen oplossingsgerichte vragen en de coachee gaat tevreden naar huis. Wat ik ook prettig vind aan het boek is de gezonde relativering van het eigen concept. De auteur staart zich niet blind op zijn eigen idee en mixt gerust andere aanpakken met oplossingsgerichte technieken of andere onderdelen van het gedachtegoed. Hij eindigt dan ook terecht met: 'Als u geïnteresseerd bent om de ideeën uit dit boek te verspreiden en beschikbaar te maken, gun iedereen dan de vrijheid om alleen te gebruiken wat hen aanspreekt en de rest te negeren.
Over Joke Verplanke
Joke Verplanke, opgeleid als bioloog, is zelfstandig gevestigd als interim-manager, mediator en coach. Zij organiseert trainingen mediationvaardigheden voor managers en bezwaarbehandelaars. Neem contact met haar op via info@jokeverplanke.nl.