Superpromoters steken anderen bewust en onbewust aan met hun enthousiasme en weten dit ook te delen met anderen. Dit doen zij onder andere door hun rol in hun sociale netwerk en door een rolmodel te zijn. In 'De superpromoter' komt hij in diverse gedaantes voorbij; als klant, als burger en als opinieleider. Alle verschijningsvormen hebben met elkaar gemeen dat de superpromoter je leert wat je goed doet. En dat geeft positieve energie en zelfvertrouwen. De superpromoter beschikt over een sterk ontwikkelde sociale intelligentie die hij gebruikt bij het maken van inschattingen of zijn enthousiasme weerklank zal vinden. Vogelaar zet dit sterk neer in een praktisch model, ODILIA genaamd. Dit model leert u superpromoters om te (her)kennen en hen te assisteren bij het beïnvloeden van hun omgeving. Eenmaal goed ingezet, kunnen bedrijven dankzij de superpromoter succesvol worden in hun evolutie naar klantgerichtheid, om zaken effectiever te realiseren tegen lagere kosten. Dan pas komt de kunst van voeden en coachen van superpromoters om de hoek kijken. Het sturen op superpromoters vraagt lef: u moet de veilige vertrouwde wereld van massamediale reclamecampagnes loslaten. Het laten lopen van superpromoters en ze niet serieus te nemen vereist evengoed lef. De gevolgen hiervan komen in het boek uitgebreid aan bod. Om enthousiasme meetbaar te maken presenteert de auteur een aantal indicatoren die nodig zijn om de superpromoter te vinden en te volgen. Eén daarvan is de Net Promotor Score (NPS), waarvoor Frederick Reichheld zich verdienstelijk heeft gemaakt. In zijn onderzoek tonde hij een verband aan tussen de aanbevelingsintentie door klanten en omzetgroei. De overtuiging die het boek tot dusver in zich had, neemt helaas af door het aansnijden van deze instrumentele benadering. Op transparante wijze beschrijft Vogelaar de sterkten en zwakten van NPS, waardoor hij zijn geloof in NPS in hetzelfde hoofdstuk weet te ontkrachten. Pas op, want de superpromoter heeft ook een opponent: de antipromoter. De antipromoter uit zich door uitgesproken negatief te zijn en met dit negatieve beeld zijn omgeving te beïnvloeden. Ook deze gestalte leert u identificeren. Het is niet verrassend wanneer de auteur ten slotte het onderwerp co-creatie aansnijdt bij de beschrijving van de productontwikkeling en de toegevoegde waarde van de superpromoter hierin. Vooral de rol van de superpromoter in processen waarin sprake is van co-creatie zijn nét iets te kort aangetipt. Voor mij persoonlijk was het een kwalitatieve toevoeging geweest als Vogelaar dit onderwerp uitgebreider aan de orde had gesteld. Wanneer u zelf een enthousiasteling bent, is 'De superpromoter' een stille verleiding om flink wat uurtjes achtereen aan dit boek te spenderen. Het beschrijft immers uw eigen Unique Selling Point waarin u voortdurend herkenning vindt. Na het lezen ervan heeft u zeker een idee wat de rol is van superpromoters in de evolutie van klantgericht denken. Ook bent u ervan verzekerd dat u kansen laat liggen als u voorbij gaat aan de inzet van de bronnen van energie en inspiratie die superpromoters heten.
Over Thea de Feyter
Thea de Feyter MBA is vestigingsmanager a.i. bij woningcorporatie Stadlander in Bergen op Zoom. Castria, Soomland en Wonen West Brabant zijn vanaf januari 2011 gefuseerd en heten nu Stadlander. Zij rondde haar executive MBA-opleiding met major Leiderschap af aan Business School Nederland.