'De prestatiedoorbraak' is een praktisch boek dat de lezer op een prettig directe manier aanspreekt en bij de hand neemt. Paul van Schaiks uitgangspunt is helder: jij, manager, bent degene die het verschil kunt maken, ongeacht de omstandigheden, de bedrijfscultuur of je precieze rol in de organisatie. Voor het realiseren van een prestatiedoorbraak zijn twee dingen nodig: - je moet ervoor zorgen dat je medewerkers 'bevlogen' raken; - en je moet proactief leren sturen. Het eerste heeft vooral betrekking op wat Van Schaik, in navolging van Rob van Es, de 'onderstroom' noemt: de 'zachte' kant van management, de manier waarop je met mensen omgaat. Het tweede heeft betrekking op de 'bovenstroom': de 'harde' aspecten van management, die je kunt vatten in KPI's, spreadsheets en meetbare output. Verreweg de meeste managers focussen teveel op een van beide aspecten en verwaarlozen daardoor het andere. Vooral de 'spreadsheetmanagers' moeten het bij Van Schaik ontgelden, degenen dus die zich blindstaren op cijfers en in steen gehouwen, van boven opgelegde doelstellingen en dan verkrampt en contraproductief reageren als de resultaten afwijken van de papieren werkelijkheid. Een doorbraakmanager neemt zowel onderstroom als bovenstroom serieus en creëert op zijn eigen, persoonlijke manier een team dat meer is dan de som der delen. Zoals Ben Verwaayen, een van Van Schaiks voorbeelden, in zijn voorwoord stelt, is niet alles wat in het boek ter sprake komt nieuw. De auteur maakt dankbaar gebruik van inzichten en begrippen van anderen en geeft die daar trouwens ook alle credit voor. Flow, motivatie 3.0, de focus op menselijk gedrag en op emoties, het Johari-venster: veel van wat in het boek voorbijkomt, zal menig lezer bekend voorkomen. Van Schaiks grote verdienste is echter dat hij al deze elementen in een nieuw, zinvol verband heeft geplaatst en zo een relatief eenvoudige methode heeft ontwikkeld waarmee je als manager jezelf en je team tot grotere hoogten kunt brengen. Het boek is in feite een oproep aan de lezer om zichzelf serieus onder handen te nemen, zijn angsten onder ogen te zien en werkelijk naar verbetering te streven. In hoofdstuk 3 krijgt hij daartoe verschillende tools aangereikt, die uitgaan van telkens zeven aspecten (verderop in het boek competenties genoemd) van respectievelijk de bovenstroom en de onderstroom. Een vragenlijst over je managementstijl vormt daarbij de leidraad; in de volgende hoofdstukken worden die zeven aspecten van onder- en bovenstroom verder toegelicht en uitgediept. Het boek is nadrukkelijk interactief van opzet: je moet zelf met de opdrachten en tools aan de slag om het beoogde verschil echt te kunnen maken. De checklist (op pagina 150) vat nog eens kort samen wat je moet doen om een echte doorbraakmanager te worden. Zoals Paul van Schaik het verwoordt, klinkt het allemaal bedrieglijk eenvoudig. Maar dat is natuurlijk schijn: als je echt tot duurzaam betere prestaties wilt komen van jouzelf en van je team, zul je daar hard voor moeten werken. Dat zal Van Schaik overigens ook niet ontkennen. Zijn boek biedt in elk geval een welkom, overzichtelijk en uitermate praktisch instrument om tot de minderheid van managers te gaan behoren die er wél in slaagt het onderste uit de kan te halen. En daar 'werkendeweg' ook nog plezier aan te beleven.
Recensie
De prestatiedoorbraak
Een 'prestatiedoorbraak', wat zou dat zijn? Paul van Schaik omschrijft het in zijn gelijknamige boek in elk geval als iets wat de beoogde lezer zelf kan bewerkstelligen. Die beoogde lezer is een manager (m/v) die, zoals de grote meerderheid van werkend Nederland, het gevoel heeft dat hij niet alles uit zijn team en zijn werk haalt wat erin zit. Gesprekken met 'doorbraakmanagers' overtuigden Van Schaik ervan dat excellent presteren in principe wel degelijk voor iedereen is weggelegd - maar dat je daar wel wat voor moet doen.
Wardy Poelstra
|
31 juli 2012