Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Operatie werk Arthur de deur uit

Na boeken als ‘Het drama Ahold’, ‘De Prooi’ en die over bouwfraudes, krijgen we met Operatie ‘Werk Arthur de deur uit’ een nog diepgaander kijk in de misstanden bij een organisatie. In dit geval betreft dat de overheidsinstelling NZa. Uniek en tragisch tegelijk aan het boek is dat de hoofdpersoon -tevens de schrijver- uiteindelijk zelfmoord pleegt. Het boek is bedoeld om de NZa te behoeden voor imagoverlies en niet om de vuile was buiten te hangen. Toch is dat gebeurd.

Peter de Roode | 31 oktober 2014

Arthur Gotlieb krijgt op een bepaald het gevoel dat hij weggepest wordt door het management. Vanaf dat moment besluit hij zijn observaties aan het papier toe te vertrouwen, voorzien van een uitgebreid notenapparaat. Wie dit boek leest, twijfelt geen moment aan de oprechtheid waarmee deze consciëntieuze ambtenaar zijn verhaal doet. Toch blijft het een verhaal van één persoon waarbij geen wederhoor heeft plaatsgevonden. De titel van het boek had net zo goed kunnen heten: ‘Het einde van de democratie’, of: ‘De arrogantie van de macht’, of in Arthur’s eigen termen ‘De Odyssee van ellende’. Dit boek gaat over het op de man spelen, iemand buitensluiten, iemand treiteren, extra werk geven, hem negeren en vele andere zaken die mensen kunnen bedenken om een collega het leven zuur te maken. Een treurige bedoening, en heel schaamteloos. Maar wie na de dood van Arthur schaamte, berouw of excuses van de top verwacht, vergist zich. De top ontkent en herkent zich niet in de beschreven stukken. Dat geeft te denken. Eén medewerker die zeer nauwkeurig heeft gedocumenteerd wat mis in zijn organisatie en met de leidinggevenden, krijgt het niet voor elkaar dat er door de top lering uit wordt getrokken. Was dat wel gebeurd als er een hele groep mensen zich van het leven had beroofd zoals een aantal jaar geleden in Frankrijk? We kennen het antwoord: Nee! Het is daarom ook voor de commissie Borstlap een bijna ondoenlijke klus geweest om precies aan te geven wat er mis is binnen de NZa: feiten en fictie kunnen immers dwars door elkaar lopen. Dat rapport is inmiddels verschenen en laat Arthur grotendeels aan het woord en zet kanttekeningen bij bepaalde passages die iedereen zouden zijn opgevallen. Zo heeft Arthur moeite met het begrip ‘creatieve destructie’ van bestuursvoorzitter Theo Langejan. Dit begrip -bekend geworden door Schumpeter- roept bij Arthur herinneringen op aan de Tweede Wereldoorlog en zijn Joodse afkomst. Maar dit punt eruit pakken, uitvergroten en constateren dat Arthur feiten en emoties verwart, zou niet juist zijn en geen recht doen aan de inzichten die Gotlieb de lezer meegeeft. Het boek is een treffende illustratie van de theorie zoals beschreven in het boek ‘The set up to fail syndrome’ waarin de auteurs Barsoux en Manzoni stellen dat er voor leidinggevenden slechts twee groepen medewerkers zijn: die in de in-group en die in de out-group. Wie eenmaal in de out-group zit komt bijna niet meer in de in-group. Het MT van de NZa heeft Arthur duidelijk in de out-group geplaatst. Waarschijnlijk vanwege zijn kritische opmerkingen. De mensen die in de in-group zaten, waren bepaald niet het toonbeeld van intelligentie of hard werken, maar eerder van ‘slijmen bij de baas’. De NZa had een voorzitter die narcistische trekken vertoonde, een directeur die vooral bezig was met zijn eigen carrière met daaronder leidinggevenden –door de directeur zelf geselecteerd en die hij soms kende van een vorige werkgever- die niet snel kritische geluiden lieten horen. Een door en door verrotte cultuur dus, ondanks het feit dat er veel goede en prettige collega’s werkten zoals Arthur meer dan eens zou opmerken. De schade van dit alles: naast de tragische dood van een medewerker, vele miljoenen verkwanselde euro’s aan niet opgevolgde adviezen of overbodige rechtszaken. Maar vooral: niet doen wat je taak is: toezicht houden. Het boek zou verplichte literatuur moeten worden voor alle mensen die nu en in de toekomst leiding (gaan) geven aan mensen. Er valt veel te leren uit hoe een organisatie in verval kan raken. Zo blijkt uit de structuur van de organisatie dat de NZa geen Raad van Toezicht heeft of een Raad van Commissarissen. De meeste leidinggevenden –in navolging van de bestuursvoorzitter- maken zich schuldig aan heroïsch leiderschap. Op het gebied van HRM zien we een onzichtbare afdeling die alleen in dienst stond van het management in plaats van ook de belangen van de medewerkers te behartigen. Daarnaast zien we een topmanagement zich bedienen van misleidend taalgebruik: waar zij spreekt van ‘innovatie’ gaat het over ‘bezuinigen’. Of in woorden van Arthur: ‘Innoveren is Theo’s kaasschaaf’. Maar daar blijft het niet bij. Het boek gaat ook over de (im)moraliteit van advieskantoren (uitdelen van snoepreisjes om invloed uit te oefenen) en het ministerie van VWS, en de Oogkliniek die geen ‘Nee’ (van de NZa) als antwoord acepteerde en zijn beklag deed bij VWS (en druk uitoefende op de NZa). Arthur Gotlieb verdient een standbeeld voor de gedegenheid waarmee hij tot in detail heeft beschreven hoe organisaties tot benauwende werkplekken kunnen verworden. Het is vreselijk dat hij geen perspectief meer heeft gezien voor een uitweg, al was het alleen maar om die ene brandende vraag beantwoord te krijgen: ‘Waarom heb je niet eerder het schip verlaten?’

Over Peter de Roode

Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat. 

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden