Dat is precies wat Albert Meijer op 2 juli 2015 deed bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar aan de Universiteit Utrecht. Zijn rede is in boekvorm, of eigenlijk meer pamfletvorm, verschenen. In de 40 pagina's die het boekje dun is geeft Meijer helder, onderbouwd en humoristisch een ander geluid bij de 'dataficatie' van de maatschappij. De kracht van dit geluid zit hem in de bondigheid én de helderheid van de schets van het debat. Naast helder argumenteren gebruikt Meijer een retorische truc: hij sterkt de lezer in zijn eigenwaarde. Herhaaldelijk pleit hij dat uiteindelijk niet innovatie of techniek maar altijd de mens centraal moet blijven staan. In tijden van robotisering is dat prettig om te lezen! Terug naar de data. De afgelopen jaren groeit het gebruik van data in de maatschappij, waarmee ook de macht en invloed van data groeit. De groei in gebruik gaat meestal gepaard met voorbeelden van groeiende veiligheid, grotere energiezuinigheid en meer verkeersefficiëntie. Kortom, het verhaal van data-inzet in de maatschappij wordt gelardeerd met een positief-stemmend discours. Meijer gaat op dit discours in met een helder, samenhangend betoog van drie punten. Allereerst duidt Meijer het 'pro-data' argument: door betere informatie neem je betere besluiten. Hij schetst de verschillende perspectieven hierop en het maakbaarheidsgeloof wat hier achter zit. Daar werkt Meijer op door in het tweede punt waarin hij veronderstellingen achter het gebruik van data ontkracht. De eerste veronderstelling is de gedachte dat data beheersbaar is. Is dat wel zo? Leidt inzet van data niet vaak tot onverwachte (ongewenste?) gevolgen? De tweede veronderstelling gaat over baten: wordt wel iedereen beter van data-inzet, of is het een happy few die profiteert? De derde veronderstelling is de gedachte dat we door data de wereld beter kennen. Maar, een datafilter of -combinatie is ook maar een bepaalde lens om naar de wereld te kijken. Als vierde stelt Meijer nadrukkelijk dat problemen zelden een informatieprobleem zijn. Dus waarom zou je die oplossen met meer informatie? In het derde onderdeel geeft Meijer zijn antwoord op dataficatie: het perspectief van de wendbare publieke innovatie. In dit perspectief staan cruciale werkwoorden centraal die altijd in te passen zijn in besluitvormingsprocessen. Deze zijn gericht op mensen en de toegevoegde waarde van mensen, zoals mobiliseren, improviseren, vitaliseren en balanceren. Hiermee blijft de menselijke maat aanwezig. En toen had ik na 37 minuten het pamflet uit. Wat heb ik daarin geleerd? En wat neem ik mee in mijn werk? Allereerst de gedachte dat aan ieder getal andere getallen vastzitten. En dat de keuze om dat ene getal te presenteren een keuze is tegen de presentatie van andere getallen. Dat heeft me sinds het lezen van dit pamflet al een aantal maal stilgezet bij wat anderen daadwerkelijk zeggen met data. Ook heeft Meijer mij geholpen om kritischer te zijn op de filters en lenzen die ik in mijn eigen data-presentatie gebruik: ben ik wel neutraal, of wil ik juist niet neutraal zijn? Kortom, in 37 minuten leestijd heb ik mijn professionaliteit en interpretatievermogen een boost gegeven. Daarom raad ik dit pamflet zeker aan!
Over Theo Sikkema
Theo Sikkema is adviseur bij Adviestalent. Hij is geïnteresseerd in samenwerken, verbinden en vernieuwen, en gebruikt daarbij kennis uit zijn achtergrond in de internationale samenwerking en concurrentiekracht. Adviestalent leidt jonge talentvolle academici op tot breed inzetbare adviseurs en managers. Adviestalent is een initiatief van Twynstra Gudde.