Heel vaak gedraagt het geheel (van een organisatie/bedrijf) zich niet zoals je verwacht omdat er ook allerlei andere zaken meedoen. Zaken uit de onderstroom in een organisatie en in die onderstroom krijg je juist what you don’t see.
Heldere taal
Jan ter Bogt en Siets Bakker schrijven in hun inleiding ‘dat je andere zintuigen moet gebruiken dan alleen je ogen. Het gaat om een gevoel of iets klopt.’ Of anders gezegd: om een soort intuïtief en stilzwijgend ‘weten’ dat het bijvoorbeeld nog niet het juiste moment ergens voor is. Een tijd terug maakte ik dat zelf bij een organisatie mee; het was fascinerend om te merken hoe ik voelde en ‘wist’ dat iets (de nieuwe werkwijze) nog niet mocht gaan vliegen. Alsof er vanuit de onderstroom ergens in de organisatie (nog) geen toestemming was gegeven. Achteraf bekeken voelde ik dat al bij binnenkomst. In dit voorbeeld waren er vooral mensen die de bovenstroom goed begrijpen. Het lijkt in de betreffende branche te pijnlijk om onder ogen te zien dat er aspecten zijn in de gangbare werkwijze die veel hebben betekend voor de sector. En na een eervolle erkenning daarvan zou het zinvol kunnen zijn om ook plaats te maken voor nieuwe accenten; iets wat de toekomstbestendigheid zou garanderen. Helaas was er in dit voorbeeld geen ruimte voor wat er in de onderstroom speelde. Het is ongetwijfeld daardoor dat ik dit boek met heldere taal waardeer. Ik raad het van harte aan bij hen die niet geschoold zijn in het systemisch werken.
Uitzoomen
‘In de bovenstroom’ schrijven ter Bogt en Bakker ‘zoom je in op een probleem; je maakt een analyse en doet interventies en hebt een (actie)plan om iets vlot te trekken of aan te pakken.’ ‘Maar’, zeggen de auteurs terecht, ‘als je te maken hebt met problemen of uitdagingen die eigenlijk symptomen zijn’ (bijvoorbeeld roddelen of medewerkers die niets afmaken), ‘dan kom je niet vooruit met een (bovenstroom)interventie’. Je hebt dan een ander denkproces nodig – een proces (inclusief voelen en intuïtief weten) dat juist informatie uit de onderstroom oplevert. Het is een proces waarbij je vooral uitzoomt. Dan worden verbindingen zichtbaar over het weefsel van de organisatie en kom je er achter welke verbindingen erkenning of herstel nodig hebben om de symptomen te laten verdwijnen en weer beweging op gang te brengen. Daarvoor reiken de auteurs je negen tools aan om als leider anders te kijken naar je organisatie. Bij iedere ‘tool’ krijg je informatie geschetst en voorbeelden.
Vier vragen
Aardig om even uit te lichten zijn de onderstaande vier vragen die je vast kunt waarderen als je als leider bereid bent je onder te dompelen in Onderstroommanagement. 1) Hoe oud is dit? 2) Welke verbindingen zijn actief? 3) Waar gaat het niet over dat ik wel zou verwachten? 4) Waar is beweging mogelijk? Je voelt door het lezen van dit boek ongetwijfeld ook steeds beter dat je bij een terugkerend fenomeen van iets dat niet slaagt, de onderstroom nodig hebt. Want weer een ‘feedback-training’ zal niets oplossen in je team omdat jij vast al ‘voelt/weet’ dat het op jouw afdeling over iets anders gaat…
Toegankelijk
Overigens is het ook ideaal dat achter in het boek een uitgebreide begrippenlijst staat. Die lijst - en trouwens het gehele boek – is geschreven voor de lezer met minder of helemaal geen systemische kennis. Het is heel leesbaar en toegankelijk geschreven. De schrijvers reiken je aanmoedigingen en voldoende theorie aan om te begrijpen waar het bij systemisch waarnemen en onderstroommanagement ècht over gaat. Na het lezen van dit heldere boek van 250 pagina’s kun je niet anders dan concluderen dat ook jij systemische voelsprieten hebt die je kunt benutten op de werkvloer. En dat ook jij rake vragen kunt bedenken en stellen; daar is niets zweverigs aan.
Sturen op verbindingen
Onderstroommanagement behelst bovenal het sturen op de verbindingen zodat de beste interactie (weer) kan ontstaan. Immers de interactie produceert zowel negatieve (bijv gebrek aan eigenaarschap bij medewerkers) als positieve symptomen (zoals succes, plezier, creativiteit). Als zogenaamde ‘complete leider’ erken je beide aspecten en waardeer je nadrukkelijk ook het energie-slurpende gemopper. Omarmen en insluiten is vaak passender dan wegduwen en daarmee zaken vaak als een boemerang weer terug op je bord aantreffen. ‘Wat (of wie) gezien wil worden dringt zich namelijk vroeg of laat toch wel op’ zeg ik vanuit mijn professie tegen mijn klanten.
Veel van de theorie en de suggesties voor interventies worden geïllustreerd met casussen uit organisaties. Deze uitleg maakt de theorie weer concreet.
KVI's
En een leuke bijkomstigheid is ook dat je na het lezen van dit boek niet langer alleen uit de voeten kunt met KPI’s (wat je vast al doet om prestaties te meten) maar ook kunt werken met zogenaamde KVI’s. Nieuwsgierig geworden? Dan hoef ik vast niet nogmaals – namens de auteurs - te benadrukken dat het inzetten van kennis over de onderstroom net zozeer gemeengoed zou moeten worden in toekomstgerichte organisaties als het toepassen van bovenstroomkennis en -technieken.
Veel leesplezier.
Over Anke Tijtsma
Anke Tijtsma is organisatie-antropoloog en gespreksmaker bij Buro AanZet. Door middel van haar systemische blik op organisatievernieuwing stimuleert ze de veranderkracht van haar opdrachtgevers en hun medewerkers. Ze is gefascineerd door ingesleten patronen in organisaties. In haar procesmatige aanpak speelt ze met ‘maken’ en kunst. Ze heeft een voorliefde voor werken in publieke organisaties.