’S Jongers is een spreidstandburger met twee voeten in verschillende werelden. Hij kent de wereld van armoede. Nu heeft hij een nieuwe leven als hoogopgeleide, schrijver, onderzoeker en directeur van de Wiardi Beckman Stichting. In deze (en in voorgaande posities) heeft hij articulatiemacht. In zijn boek Armoede uitgelegd aan mensen met geld duidt hij het perspectief op armoede in Nederland vanuit de beleidswereld gerelateerd aan de werkelijke beleving van mensen in armoede. Hij benoemt de fases in zijn leven, zonder in ‘armoedeporno’ te vervallen. Geen etalage van zieligheid, maar een betekenisvolle uitleg over hoe het is om in de schoenen te staan van iemand in armoede.
Armoedetaylorisme
Als je vanuit de bril van een echt mens naar vraagstukken kijkt, zoals de buurvrouw, dan blijkt wel hoe ongemakkelijk het is om een ‘social case’ te worden genoemd. Hoe simplistisch er wordt gedacht over mensen uit de bijstand aan werk te helpen. Hoe goede bedoelingen, zoals koffie drinken met eenzame mensen, weinig impact maken en zelfs averechts kunnen werken. Hoe instanties zich allemaal richten op een fractie van het probleem, en bijvoorbeeld voor de zoveelste keer een stagiaire met een vragenlijst op huisbezoek sturen. Armoedetaylorisme noemt hij deze fragmentatie van hulpverlening. Net als in een autofabriek waar iedere medewerker zich op een onderdeel richt, en niemand elkaar hoeft te ontmoeten om zijn werk te doen. Iedere afdeling heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Er is beweegarmoede, kinderarmoede, energiearmoede en zo verder, maar daadwerkelijke armoedebestrijding raakt uit beeld.
Hoopvollen en hooplozen
De wereld van mensen zonder hoop, hooplozen, en mensen met privileges, hoopvollen, liggen soms verrassend dicht bij elkaar. ’S Jongers werkte in Antwerpen bij de nachtopvang voor dakloze drugsverslaafden. Overdag fietste hij een kort eindje naar de universiteit. Eenmaal in Den Haag, waar hij een master bestuurskunde deed, werkte hij bij de soepbus die voor het Centraal Station en bij de Grote kerk een stop heeft. Dicht bij de ministeries en de chique restaurants, zoals het culinaire tramrestaurant dat langs de Grote kerk rijdt. Na zijn studie kwam ’S Jongers niet in aanmerking voor een traineeship bij de gemeente Den Haag. Hij zou een ‘onflexibel persoon’ zijn en zijn studiecijfers waren te laag door zijn nachtelijke bijbaan. Armoede is niet alleen buitenspel staan. Het is ook buitenspel worden gezet.
Bodemherstel
Bij diepe armoede spelen allerlei tekorten. Niet alleen een tekort aan financieel kapitaal. Ook cultureel kapitaal, vaardigheden ontwikkelen en diploma’s halen, hoe je je kleedt en hoe je praat. Sociaal kapitaal bepaalt onze maatschappelijke positie. Onze sociale relaties, ons netwerk en vangnet, helpen ons op weg op de maatschappelijke ladder. ’S Jongers voegt aan deze theorie over kapitaalsoorten van Bordieau een extra kapitaal toe: Instantiekapitaal. De kennis en vaardigheden om wegwijs te worden in de (overheids)instanties waar we mee te maken hebben in ons leven. Van belastingaangifte tot zorgaanvragen en inschrijving bij een opleiding, de formulieren en routes kunnen gekmakend zijn, vooral als je hier geen ervaring mee hebt. Mensen in diepe armoede zakken op al deze kapitalen door de bodem. Hulpverlening die zich richt op bodemherstel kan mensen helpen om weer mee te doen. ’S Jongers noemt tal van veelbelovende en succesvolle initiatieven uit het sociaal domein. Dat maakt Armoede uitgelegd aan mensen met geld niet enkel maatschappijkritisch, maar juist ook opbouwend en inspirerend voor de toekomst.
Armoede kruipt in je ziel
Armoede kleeft aan je. Het kruipt in je ziel. Ook als je inmiddels het leven van hoogopgeleiden leidt, dan voel je nog steeds de angst om door de mand te vallen en van de maatschappelijke ladder te vallen. Wie armoede heeft gekend is vaak een laatbloeier die veel op eigen houtje heeft moeten organiseren. Ik ken het uit mijn nabije omgeving, waardoor het persoonlijke verhaal van ’S Jongers mij extra raakte. Het zijn dingen waar je niet bij stil staat. Bij een salaris voor hoogopgeleiden ervaart iemand die in armoede is opgegroeid het financiële imposter syndroom. Zo veel geld voor niet eens zulk zwaar werk. Iets duurs voor zichzelf kopen, zoals een fiets, is een haast onmogelijke stap.
De meerwaarde van spreidstandburgers
Het leven van sociale klimmers zoals ’S Jongers zou in hun nieuwe leven zo veel makkelijker moeten zijn, maar toch voelt hij zich nog vaak een buitenstaander. Daar ziet hij ook kansen in. Spreidstandburgers zoals hij kunnen hun ervaringskennis inzetten bij organisaties die zich bezig houden met het sociaal domein. Organisaties die actief mensen werven met een afwijkende achtergrond kunnen zo een betere verbinding maken met mensen in armoede en andere hooplozen. Met Armoede uitgelegd aan mensen met geld heeft ’S Jongers een betrokken en analytisch verhaal geschreven over de betekenis van armoede in Nederland waarin beleefwereld en systeemwereld naast elkaar worden gehouden.
Over Freija van Duijne
Freija van Duijne was van 2013 tot 2018 voorzitter van de Dutch Future Society. Zij heeft meer dan tien jaar werkervaring als toekomstverkenner en strateeg in diverse overheidsorganisaties. Freija werkt vanuit haar bedrijf Future Motions en geeft trainingen en lezingen op gebied van toekomstverkennen.