Wie de eerdere boeken van Miriam Rasch kent - met Frictie over de ethiek van het oprukkende dataïsme won ze in 2021 de Socrates Wisselbeker voor het meest prikkelende filosofieboek - weet dat ze niet over één nacht ijs gaat. Rasch weet door te dringen in haar thematiek, en dat levert regelmatig verrassende inzichten op. Zo begint Luisteroefeningen met een hoofdstuk over de context van de technologie, die immers een flink vervormende invloed kan hebben op ons luisteren. Internet, aanvankelijk toegejuicht als nivelleringsmechanisme, heeft nu de neiging de hardste schreeuwers algoritmisch te versterken. Maar hoe staat het dan met de ongehoorde stemmen? Kunnen we nog ‘buiten-de-bubbel-luisteren’? En raken we niet vanzelf overprikkeld en voortdurend afgeleid? Rasch memoreert zelfs hoe daarvan door Rusland gebruik gemaakt wordt om kritische stemmen te smoren met een infobombardement.
Ruimte
Communicatie is meer dan transmissie: het gaat meer om delen en afstemmen, atmosferisch en niet-lineair. Dat geldt ook voor de dialoog, als oefening in actief en ‘leeg’ luisteren, gericht op openheid en zonder vooropgezet doel. Daarin klinkt meerstemmigheid door, met ruimte voor het onverwachte. De ander is interessant, ook als luisteraar. En om onze enorme drang tot spreken in te dammen: begin eens met jezelf te ‘muten’! Rasch citeert een geluidskunstenaar, die zegt: ‘Wat ik het fijnste vind aan luisteren, is dat ik verdwijn.’ Je mag ook niet-weten, ‘aandachtig zijn zonder te weten waar je aandacht naar uitgaat.’ Gelukkig hoeft niet alles doelmatig te zijn.
Post-truth luisteren
Luisteren speelt ook een grote rol bij getuigenissen, bijvoorbeeld van wreedheden of ongewenst gedrag. Veel daarvan verloopt via beelden, maar ook geluid heeft hier een voorname rol, zoals bij poëzie die verklankt wat anders onzegbaar zou zijn. Het gaat hier niet primair om waarheidsvinding, maar om het stem geven aan datgene waar niemand anders van getuigen kan. Rasch noemt hierbij Nobelprijswinnaar Svetlana Aleksijevitsj, die de schrijnende getuigenissen van vrouwen, kinderen en soldaten opschreef en daar zo de aandacht op vestigde. Ook hier zijn nieuwe vragen bijgekomen, zoals hoe post-truth luisteren in z’n werk gaat.
Aandacht en ontvankelijkheid
Het laatste hoofdstuk is opgebouwd rond een aantal luisteroefeningen die Rasch zelf heeft gedaan en beschrijft. Lukt het om je vooronderstellingen op te geven tijdens het luisteren en je er helemaal aan over te geven? En kun je geluiden proberen te horen bij beelden? Luisteren is supertoegankelijk en hondsmoeilijk tegelijk, stelt de auteur. En pas als we ertoe gedwongen worden (zoals tijdens de Coronalockdowns) hoor je dingen die je normaal ontgaan. De natuur is ook een prima plek om ermee te oefenen. Goed luisteren betekent verdwijnen, oplossen in de achtergrond. En luisteren doe je met je hele lichaam en zeker niet alleen met je oren (‘horen met je rug’).
Luisteren vraagt om aandacht en ontvankelijkheid, probeert juist niet om in te kapselen. En het is actief: je schenkt aandacht en vertrouwen, waar je zelf ook weer iets voor terugkrijgt. Het is een les in de omgang met het onbekende, beweegt naar het weten toe zonder daar per se aan te hoeven komen. Er zit ook weer veel kunst in dit boek verweven, waar je in een korte bespreking geen recht aan kunt doen. Eigenlijk zou je naar dit boek moeten kunnen luisteren, met je volle aandacht. Benieuwd of er ook een luisterboek van komt…
Dit artikel staat in het Septembernummer van Managementboek Magazine. Deze editie lees je hier >
Over Rogier van der Wal
Rogier van der Wal is classicus, filosoof en bestuurskundige. Sinds 1 september 2022 is hij lector Ethisch werken bij Fontys Hogeschool in Eindhoven. Hij is daarnaast fellow bij de Thorbeckeleerstoel aan de Universiteit Leiden.