Aan het einde van zijn boek Hoe mensen keuzes maken bespreekt Will Tiemeijer een aantal dilemma’s rond de keuzevrijheid van burgers. ‘De afgelopen decennia nam de keuzevrijheid op vele domeinen van het leven toe,’ schrijft hij. En ‘in principe is die toegenomen keuzevrijheid natuurlijk mooi. Hoewel mensen tegenwoordig wel eens klagen over keuzestress, zouden de meesten die vrijheid niet graag inleveren.’
Maar dan vervolgt hij: ‘Tegelijk kun je wel de vraag opwerpen of iedereen zoveel vrijheid aankan… Weet iedereen wel hoe ongezond bepaalde producten zijn? Is sommige informatie niet te ingewikkeld? Is iedereen in staat om verstandige financiële keuzes te maken?’ Het zijn het soort vragen die elke politicus en beleidsmaker zich wel eens heeft gesteld, en die je, als je het boek van Tiemeijer goed leest, eigenlijk allemaal met nee zou moeten beantwoorden. Mensen maken voortdurend irrationele en verkeerde keuzes, dat wil zeggen keuzes die indruisen tegen hun eigen belang of eigen rationele wensen en belangen. We zitten voortdurend met allerlei vooroordelen in ons hoofd en hebben ook vaak helemaal geen zin om ons werkelijk in een onderwerp te verdiepen.
In het boek heeft Tiemeijer het laatste wetenschappelijke onderzoek op dit gebied nog eens op een rij gezet. Dat is handig en leerzaam voor de beleidsmaker, maar ook voor de fabrikant of dienstverlener. Uiteindelijk gaat het er toch om de burger of de consument te verleiden tot het kiezen van jouw product of dienst, of, in het geval van de overheid, tot een gezonde leefstijl of bijvoorbeeld een grotere betrokkenheid bij de buurt.
Maar dan kom je terug bij die dilemma’s: als je het aan de burger overlaat, maakt hij of zij vaak de verkeerde keuze. Althans: verkeerd in jouw ogen (en ook vaak ook helemaal niet in het belang van die burger zelf). Moet je ze dan maar die keuzevrijheid ontnemen? Of slechts een beperkt aantal keuzemogelijkheden bieden? Zoals Tiemeijer in zijn boek schrijft, is dit weinig realistisch en ook niet wenselijk. ‘We zullen moeten accepteren dat mensen tot op zekere hoogte speelbal zijn van de krachten in hun omgeving…’ De samenleving en de mens zijn niet maakbaar. Het enige wat we kunnen doen is de burger te wapenen met kennis over hoe zijn brein werkt en hoe beïnvloedbaar hij is door zijn omgeving. Daar levert dit boek een prima bijdrage aan.
Over Ben Kuiken
Ben Kuiken is filosoof, schrijver en ontregelaar. Als organisatiefilosoof helpt hij mensen om anders te denken, te kijken en te praten over organisaties en de problemen die daar ontstaan. Ben is auteur van een groot aantal boeken over organiseren, spelen, en filosofie, waaronder De laatste manager, De Organisatiefilosoof, en Het Zinnigste boek dat je ooit zult lezen.