Mocht u niet weten wat ‘entelische intelligentie’ is, dan hoeft u zich niet te schamen. Ook bij De Grote Van Dale hadden ze tot voor kort niet van het woord gehoord. Entelische intelligentie of EnQ is het vermogen verborgen drijfveren te lezen en begrijpen en er effectief mee om te gaan. ‘Net zoals we met onze empathie de "pathos" - de gevoelens - van anderen kunnen lezen, zo kunnen we met entelie de "telos" - het (onderliggende) doel - van anderen lezen,’ schrijft Sjaak Overbeeke in zijn nieuwste boek, Diepere drijfveren dat de ondertitel ‘Verborgen motieven doorgronden met entelische intelligentie’ meekreeg. Een boek waarin hij dus het begrip ‘entelische intelligentie’ in de Nederlandse taal introduceert. Hij doet dat met de nodige bescheidenheid, want, zo schrijft hij, ‘entelie is als begrip niet nieuw’. In de sociale psychologie wordt al heel lang geschreven over menselijke drijfveren en theorieën over hoe wij deze verbergen, vinden we al vanaf de klassieke oudheid in de zogenaamde ‘strategische’ literatuur. Daarmee is entelie echter nog geen nieuw ontdekte vaardigheid. Dat is het pas met het verschijnen van dit boek waarin Overbeeke de inzichten uit de genoemde richtingen samenvoegt en antwoord geeft op vragen als: welke drijfveren kunnen we bij verschillende soorten mensen onderkennen, hoe komt het dat drijfveren zo verschillen, hoe verbergen mensen ze, hoe moeten we ze lezen en hoe kunnen we er vervolgens effectief mee omgaan?
‘Ik geloof dat de mens in wezen goed is,’ schrijft Overbeeke. Het is de openingszin van zijn boek, maar wie denkt dat daarmee de toon gezet is, komt bedrogen uit. Want één alinea verder al maakt hij aan alle idealisme rigoureus een eind door te schrijven dat ‘dubbele agenda’s en verborgen doelen een verschijnsel van alle tijden zijn’. En we doen er allemaal aan mee. Om dat te verklaren, verwijst hij naar de bekende theorie van Abraham Maslow die doorgaans in de vorm van een piramide wordt weergegeven: onderin de ‘zinnelijke laag’, daarboven de ‘relationele of sociale laag’, en helemaal bovenin de ‘zingevende laag’. Binnen die behoeftelagen doen zich in de loop van een mensenleven verschijnselen als groei, stilstand, belemmering en regressie voor en dat resulteert uiteindelijk in drie basisreacties op prikkels vanuit de omgeving: naar binnen (de prikkel toelaten en er ‘sensitief’ op reageren), naar buiten (‘actief’ op de prikkel reageren) en naar ‘boven’ (met het hoofd reageren). Aan de hand van deze elementaire reacties beschrijft Overbeeke drie basale gedragsvarianten, karaktertypes en hun bijbehorende motieven: de Voeler, de Doener en de Denker. Het levert een interessant verhaal op over mensen en hun motieven waarin hij onder andere prikkelende vragen beantwoordt als: waarom schuiven wij zo gemakkelijk schuld en verantwoordelijkheid af? Waarom houden we onze vriendenkring het liefst klein en overzichtelijk? Of: hoe verbergen we egoïstische drijfveren?
Vooral het hoofdstuk waarin hij die laatste vraag bespreekt , is belangrijk, omdat hij er het begrip ‘strategisch stapelen’ introduceert. Strategisch stapelen is een van de drie strategieën die wij gebruiken om onze drijfveren te verbergen. Het komt erop neer dat wij gedrag dat door lagere drijfveren gestuurd wordt, aan het gezicht onttrekken door er bewust strategisch gedrag van ‘hoger allooi’ voor te zetten. In het hoofdstuk ‘Verborgen drijfveren in de politiek’ geeft Overbeeke daar talloze voorbeelden van. Daar had Samsoms stellingname in de aanloop naar het Kunduz-akkoord zeker niet misstaan.
Zijn wij dus in wezen allemaal leugenaars? Zo ver gaat Overbeeke niet. Drijfveren zijn ‘genest’, schrijft hij. Dat wil zeggen dat een lage drijfveer altijd kan worden vertaald als exponent van een hogere drijfveer. Wanneer mensen hun lagere drijfveren verbergen door de nadruk te leggen op hun idealistische drijfveren, vertellen ze toch altijd op de een of andere manier een gedeelte van de waarheid. Het zal Samsom dus heus niet alleen om zijn imago te doen zijn geweest. Het (nog) eerlijker verdelen van de lasten heeft ongetwijfeld ook meegespeeld. ‘Dat maakt iemand aanspreken op zijn lagere drijfveren vaak ook zo lastig en frustrerend,’ aldus Overbeeke. ‘We voelen dat er iets niet helemaal klopt, maar het is onmogelijk om de ander daarop vast te pinnen.’ Maar mogelijk is het wel. Overbeeke introduceert hiertoe de zogenaamde ‘gedurfde gesprekken’. Gedurfde gesprekken zijn gesprekken over de diepere drijfveren van anderen. De belangrijkste succesfactoren van zulke gesprekken zijn achtereenvolgens: benoem het waargenomen gedrag, accepteer de drijfveer van de ander maar niet zijn gedrag, benoem de verborgen drijfveer, en benoem het gewenste gedrag. Nadat hij deze vier stappen kort heeft besproken, beschrijft Overbeeke een aantal voorbeeldgesprekken uit zowel de privésfeer als de zakenwereld.
‘Diepere drijfveren’ is een ontnuchterend boek, dat de lezer gemakkelijk vertwijfeld achterlaat. Bestaat er bijvoorbeeld eigenlijk nog wel zoiets als integriteit? Dubbele agenda’s erop nahouden was voor mij altijd een predicaat dat bij de wat meer verwerpelijke types hoorde en nu blijkt het een algemeen menselijk fenomeen te zijn. Anderzijds is dat ook het troostvolle van dit boek. Ieder mens doet het, betoogt Overbeeke; accepteer het dus en probeer er zo goed mogelijk mee om te gaan. Daarvoor biedt behalve dit boek ook Overbeekes website, www.voelendenkendoen.nl, in ieder geval voldoende hulpmiddelen.
Over Bert Peene
Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.