De complete projectmanager is onderverdeeld in drie delen. Het eerste deel beschrijft het opzetten en managen van een project. Deel twee gaat in op het maken van een plan en planning en het laatste deel gaat in op de dag dagelijkse aansturing van je project. De rode draad door het boek loopt vanuit reactief via proactief naar beïnvloeden.
Deel 1: Opzetten en managen
Het eerste hoofdstuk gaat in op de &-&-&-paradox. Meer doen met minder en grip op het project en het team autonomie geven en onzekerheden zien en commitment geven. Je krijgt inzicht in het Cynefin model van Snowden, een standaard waterval projectaanpak en agile werken en uitvoeren.
Hoofstuk 2 beschrijft aan de hand van een analogie met een TomTom hoe je als projectmanager snel en flexibel kunt inspelen op veranderende omstandigheden, wat het betekent om alternatieve plannen achter de hand te hebben, hoe je vooraf en tijdens de uitvoering communiceert over waar je staat en wat er nog gaat komen om daarmee vertrouwen te creëren bij je stakeholders en jezelf. Stakeholdermanagement komt hierbij uitgebreid aan bod.
Het V-model en de focus op kritische parameters staan centraal in hoofdstuk 3. Het V-model legt de relatie tussen de definitieactiviteiten en de corresponderende testactiviteiten. De auteur beschrijft een aantal technieken om veel eerder feedback te krijgen tijdens het specificeren en ontwerpen. Hierbij worden technieken zoals Design for X (DfX) gebruikt. Waarbij de X staat voor Manufacturing (DfM), Reliability (DfR), Testability (DfT), Six Sigma (DfSS). Ook komt het incrementeel en iteratief ontwikkelen aan bod waarbij je veelvuldig de mogelijkheid voor feedback inbouwt.
In hoofdstuk 4 neemt de auteur je mee in het belang van slim leiderschap en bijbehorend gedrag. Hard werken levert een factor 2 op waar slim leiderschap en gedrag een factor 10 oplevert. Verschillende theorieën en hoe ze bewust zijn toe te passen passeren de revue, zoals: omdenken, Coveys zeven eigenschappen van effectief leiderschap, en situationeel leiderschap.
Deel 2: Maken van een plan en planning
Hoofdstuk 5 gaat in op het toepassen van een ‘product breakdown structure’ eventueel aangevuld met een ‘work breakdown structure’ op het laagste niveau om te komen tot een planning op hoofdlijnen en meer gedetailleerdere planningen. Voor agile opleverteams passeren de product backlog en user stories de revue.
Aansluitend gaat hoofdstuk 6 in op een tienstappenplan om te komen tot een projectmanagementplan. Waaronder het bepalen van de omvang van het project aan de hand van de ‘work breakdown structure’ en onderkende risico’s, en een kritieke pad analyse om te komen tot een gedetailleerde planning. Ook komt de rationele en psychologische kant van ureninschattingen aan bod.
Deel 3: de dag dagelijkse aansturing
In hoofdstuk 7 staat de projectorganisatie centraal. Het PRINCE2 organisatiemodel wordt hiervoor gebruikt. De auteur beschrijft hoe je als projectmanager omgaat met creativiteit en het motiveren van de teamleden. Verschillende theorieën passeren de revue, zoals McGregor’s X- en Y-theorie, de zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan, en Herzbergs intrinsiek motiverende factoren.
Hoofdstuk 8 laat het belang van ritme als essentiële succesfactor voor projectmanagement zien. Zonder heartbeat geen PDCA-cyclus. Het EOS-model van Wickman met de zes kerncomponenten visie, mensen, data, issues, proces en tractie wordt behandeld.
De blinde vink is het kernthema van hoofdstuk 9. Als je iets afvinkt als gereed dan moet het ook echt af zijn. Door de juiste mindset, review- en inspectietechnieken, additionele DfX activiteiten (zie hoofdstuk 3), HALT testen en agile werken is deze blinde vink te voorkomen.
Het laatste hoofdstuk beschrijft de final countdown. Hoe stuur je, in de heartbeat van je project, je team aan, hoe rapporteer je aan je stakeholders hoe lang het nog gaat duren. Hoe ga je om met wijzigingen gedurende de rit. Hoe los je problemen op. Met de beschreven 8D-methode van Ford kan dit op een gestructureerde wijze tot de gewenste oplossing leiden.
Conclusie: Het boek beschrijft een sterk waterval gedreven projectaanpak met op verschillende plaatsen integratie met agile principes en tools. Het agile gedachtegoed, de principes hadden m.i. verder doorgevoerd kunnen worden maar - zoals gezegd - beschrijft het boek de ervaringen van de afgelopen 20 jaar. Wellicht had een hoofdstuk over verdergaande integratie en toepassing van het agile gedachtegoed op zijn plaats geweest. Wat betekent het als je geen volledige pbs maakt maar de details overlaat aan het ontwikkelteam en de product owner, hoe pas je het gebruik van een pbs toe op epics en features om te komen tot user stories? Wat betekent het voor de projectorganisatie als je met agile teams werkt? Hoe gaat je projectmodel eruitzien als incrementeel en iteratief ontwikkelen en opleveren veel verder wordt doorgevoerd? etc.
De complete projectmanager overstijgt de methodische kant door de bespreking van de vele gedragsaspecten, dilemma’s en praktische voorbeelden en anekdoten om projectmanagementsucces te bereiken en hierin zit dan ook de grootste toegevoegde waarde van dit boek.
Op de site www.roelwessels.nl is De complete projectmanager (DCP) toolkit te vinden met daarin een twintigtal tools en templates (nb. Worden binnenkort vrijgegeven).
Henny Portman is eigenaar van Portman PM[O] Consultancy en biedt begeleiding bij het invoeren en verbeteren van project-, programma- en portfoliomanagement inclusief het opzetten en verder ontwikkelen van PMO's. Hij is auteur en blogger en publiceert regelmatig artikelen.Over Henny Portman
Henny Portman is eigenaar van Portman PM[O] Consultancy en biedt begeleiding bij het invoeren en verbeteren van project-, programma- en portfoliomanagement inclusief het opzetten en verder ontwikkelen van PMO's. Hij is auteur en blogger en publiceert regelmatig artikelen.