Vanuit een diversiteit aan invalshoeken krijgt de lezer 24 trends (de auteurs spreken van ‘evoluties’) aangereikt die alle een doorkijkje geven van de nabije toekomst. Het eerste wat me opviel in is dat Mensenorganisaties goed doordacht is opgezet. In plaats van 24 auteurs elk een eigen hoofdstuk te laten schrijven en via het voorwoord een lijn proberen aan te brengen, heeft de redactie gekozen voor een vaste structuur. Zo zien we in elk hoofdstuk achtereenvolgens de persoonlijke verbinding van de auteur met het betreffende onderwerp, de beschrijving van de evolutie, de wetenschappelijke onderbouwing, praktijkvoorbeelden, de uitdaging om de lezer ‘zelf aan de slag’ te laten gaan en tot slot uitgebreide literatuurverwijzingen.
De redactie geeft aan dat het met dit boek vier bruggen wil slaan. De eerste brug is die tussen theorie en praktijk. De tweede die tussen de verschillende organisatieniveaus: de organisatie als geheel, het team en het individu. De derde brug wordt geslagen tussen België en Nederland. Verschillende Belgische auteurs hebben een bijdrage geleverd aan dit boek. En de vierde brug is die tussen generaties.
Voor mij was de tweede brug zeer waardevol. Alle hoofdstukken zijn namelijk ingedeeld in drie delen: 1. Evoluties van het individu; 2. Evoluties van het team en 3. Evoluties van de organisatie. Hoewel de redactie terecht aangaf dat elk hoofdstuk apart gelezen kan worden, ben ik het ouderwets van links naar rechts gaan lezen. Mijn conclusie is dat de drie delen niet op zich staan maar vloeiend in elkaar overlopen. Wil een organisatie op organisatieniveau een leercultuur creëren, dan zullen bepaalde opvattingen en werkwijzen op teamniveau veranderd of aangepast moeten worden. Dat geldt natuurlijk ook voor het individuele niveau: ook het individu zal zijn bij tijd en wijle zijn mindsets dienen aan te passen.
Van de meeste onderwerpen weet je als lezer - zo schat ik in - wel het nodige af. Maar het is zeer aangenaam dat je nu wordt meegenomen door experts die je kennis oprekken en de laatste stand van zaken laten zien van het betreffende onderwerp. Met de name de onderwerpen over openheid en nieuwsgierigheid spraken mij zeer aan. Dat nieuwsgierigheid innovatie kan bevorderen, zal niemand verbazen. Maar dat er vier soorten nieuwsgierigheid te onderscheiden zijn, zal minder bekend zijn. Evenals de observatie dat conceptuele conflicten en onverenigbare ideeën mensen nieuwsgierig maken.
Het verraste mij dat ik het model van Situationeel Leiderschap (van Hersey & Blanchard) aantrof bij het hoofdstuk over ‘Leidinggeven aan werkplekleren’. Dit model heeft altijd een enorme aantrekkingskracht gehad op praktijkmensen maar kent tevens veel kritiek van wetenschappers: conceptueel zou het model namelijk rammelen. De auteurs gaan hier helaas niet op in maar komen wel met een eigentijdse en frisse aanpak hoe de manager situationeel vanuit de vier stijlen het werkplekleren kan begeleiden. Al met al is Mensenorganisaties een zeer lezenswaardig boek dat mede door zijn prettige vorm een belangrijke rol kan spelen bij HR-beslissingen.
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat. Hij is auteur van de boeken Meegaan of dwarsliggen, Werkvormen voor managers en Leidinggeven kun je zelf. Samen met meerdere auteurs schreef hij onder red. van Rob van Es het boek Praktijkboek Veranderdiagnose en samen met Peter van den Boom schreef hij Theatervoorstellingen in organisaties. Naast zijn schrijfactiviteiten is hij spreker en organiseert hij trainingen en seminars over actuele managementthema's.
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.