Aanname was bij mij toch dit op wat oudere leeftijd gebeurt (de voorbeelden om je heen zijn vast gemakkelijk te bedenken), maar ook bij jonge collega’s zie ik dit weleens gebeuren. Het woord stagnatie is nog nooit zo in mij opkomen, maar desondanks kwam dit boek kwam als geroepen.
Het valt me al een tijdje op dat stagnatie om mij heen, mij steeds meer opvalt. Dit is niet zo gek, blijkt als ik begin te lezen. Door vrijere en nieuwere vormen van organiseren, worden de risico’s op stagnatie groter. Professionals (vaak de kennisdragers van de organisatie), horen niet meer automatisch bij een gemeenschap, maar moeten andere manieren vinden om zich te ontwikkelen en hebben veelal andere competenties nodig dan voorheen. Ook het grote aantal reorganisaties achter elkaar, zorgen ervoor dat er meer ‘overleefd’ moet worden in organisaties.
Waarom loopt de ene professional vast, terwijl de andere een ‘high performer’ is? Van de Water en Weggeman maken het onderscheid tussen de I-prof (innovatief) en de R-prof (routinematig). De I-prof doet aan een ‘knowledge pull’ en blijft nieuwe kennis tot zich nemen en verspreiden, de R-prof doet een ‘knowledge push’ en probeert telkens verouderde kennis op een nieuwe vraag toe te passen. Naar schatting is 80-85% van de professionals deze laatste categorie.
Stilstand is wel degelijk achteruitgang. Het boek heeft me doen inzien dat stagnatie de belemmering voor innovatie kan zijn, maar ook juist de bron. En dat enkel het in kaart brengen niet voldoende is. Mijn geloof dat een 1-op-1 gesprek met de gestagneerde over dit taboe werkt, wordt door dit boek bevestigd. In tijden van stagnatie en verandering kunnen we onszelf afvragen over de ander: ‘Denken wij dat hij/zij het kan?’ maar we kunnen de ander ook vragen: ‘Denk jij dat je het kunt?’ Een open en eerlijk gesprek, maakt het probleem bespreekbaar en zorgt voor een bron van verandering. Richting het einde van het boek worden voldoende modellen geboden die als basis voor een dergelijke analyse en gesprek kunnen dienen. Zoals de verdiepte waardenanalyse, die gevoelens, emoties, energiebronnen en verandervermogen in kaart brengt. Van de Water en Weggeman noemen specifiek het belang van de positieve psychologie, bevlogenheid en flow als ‘antidotes’ tegen stagnatie. Een geloof in eigen kunnen en een positieve mindset zorgen voor een open blik en een grotere kans op een continue professionele ontwikkeling gedurende de loopbaan. Aangezien 80-85% van professionals routinematig werkt en daarmee een grotere kans loopt om te stagneren, lijkt het me des te meer een reden om te investeren in bevlogenheid en meer te werken vanuit de positieve psychologie!
Ik vind het waardevol dat de schrijvers een toch tamelijk dik boek durven te schrijven over dit specifieke onderwerp. En ze zijn hier dik in geslaagd. De modellen en methodieken worden wellicht wat te laat in het boek voorgeschoteld. Ik zat eigenlijk al vol van alle kennis en cases. Desalniettemin, Stagnatie van professionals is een waardevol boek over stagnatie. Een must-read voor mensen die zelf het gevoel hebben vast te zijn gelopen, niet vast willen lopen of willen zorgen dat hun organisatie of team weer in beweging komt.
Over Marthe van der Molen
Marthe van der Molen is organisatie-adviseur bij Meauve Veerkrachtig Veranderen. Ze helpt organisaties veerkrachtiger en succesvoller te worden door teams en leiders te versterken. Hierbij maakt ze gebruik van veranderkunde, positieve psychologie en werkgeluk.