Thema’s die in een Raad van Toezicht (RvT) of een Raad van Commissarissen (RvC) op een of ander moment altijd wel aan bod komen zijn: (1) missie van de organisatie (wie zijn we/wat doen we?), (2) de administratieve organisatie / interne controle (is de administratie op orde?), (3) een omgevingsanalyse (wat doet onze omgeving?), (4) het strategisch plan (waar gaan we heen?), (5) een risicoanalyse (wat doen we met onze risico’s?), (6) de juiste medewerkers (welke mensen hebben we nodig?), (7) de structuur van de organisatie (hoe organiseren we het?), (8) vermogensbeleid en financiering (kunnen we het betalen?), (9) planning & control (hoe weten we of we onze doelen bereiken?) en (10) functioneren van de bestuurder (kan de bestuurder dit behappen?). En bij elk van deze 10 thema’s gaat het erom dat de toezichthouder of commissaris de juiste vragen op de juiste manier weet te stellen.
De auteurs van het boek Toeschouwer of toezichthouder geven voor elk thema aan op welke vragen de toezichthouder antwoord wil hebben. Waarbij hij (of zij natuurlijk) er altijd op moet letten de juiste informatie te krijgen, dat de vraagstelling en discussie voldoende diepgang heeft, de dialoog doelgericht is en dat hij/zij binnen zijn/haar rol blijft. De auteurs noemen het de vier tactieken die de toezichthouder kan gebruiken. Zelf zou ik willen spreken van de randvoorwaarden en zeker niet van tactieken; dat klinkt te operationeel en instrumenteel.
Door de ‘tactieken’ te koppelen aan de 10 vragen is het boek heel systematisch opgezet en eigenlijk ook heel eenvoudig. Daarmee is het ook laagdrempelig gebleven en vooral praktisch, met heel veel vragen en ook concrete handreikingen. Maar verwacht geen diepgang, bijvoorbeeld in de zin van discussie over ontwikkelingen en vernieuwingen in toezicht zoals die zich de afgelopen jaren hebben voltrokken en vorm hebben gekregen in verschillende governance codes.
Titel en subtitel van het boek vind ik niet echt goed gekozen. ‘Toeschouwer of toezichthouder’ veronderstelt een tegenstelling die er niet is. De hedendaagse toezichthouder ziet inderdaad toe (kijkt niet alleen, maar oordeelt en beslist ook). Waarbij hij of zij een goede balans moet vinden tussen afstand en nabijheid. En met ’10 vragen van toezichthouders aan bestuurders’ doen de auteurs zichzelf tekort: er staan talloze hapklare vragen in het boek. Dat is precies het sterke ervan! Met name geschikt voor mensen die zich afvragen: ben ik wel geschikt voor zo’n toezichthoudende rol? En misschien moeite hebben de juiste vragen te vinden. En ook een bestuurder kan zich vergewissen van alle vragen die hij van zijn RvT of RvC kan verwachten.
Kortom: heel praktisch en bruikbaar. Nog een stap verder en het zou een geprogrammeerde instructie zijn geworden. Maar de vraag blijft wel: kun je het uit een boekje leren? Goede vragen stellen leer je vooral door gesprekstechnieken en interviewen door interviewtraining. En toezicht houden? Dit boek kan dus zeker waardevol zijn, maar praktijktraining en ‘learning by doing’ blijven dan als aanvulling wel aanbevelenswaardig.
Joost Naafs was aanvankelijk werkzaam als docent-onderzoeker, adviseur en projectleider. Hij doceerde aan de Universiteit Twente (Bestuurskunde) en de Open Universiteit (Bedrijfs- en Bestuurswetenschappen en Marketing). Later werkte hij in diverse leidinggevende functies als hoofd, directeur of bestuurder op de terreinen rechtsbescherming, veiligheid en gezondheidszorg (zowel in het openbaar bestuur als bij ‘profit’ organisaties). Tevens adviseur en toezichthouder / commissaris in met name Zorg en Onderwijs. Hij is auteur van verschillende boeken, waaronder 'Met zorg wonen' (Bohn Stafleu van Loghum, 2010).
Over Joost Naafs
Joost Naafs is auteur van verschillende boeken, waaronder 'Met zorg wonen' (Bohn Stafleu Van Loghum, 2010). Hij is directeur-bestuurder van ViaZorg, werkzaam voor zorg- en welzijnsorganisaties, op de terreinen arbeid, personeel en organisatie.