Aanspreken is volgens de auteur benoemen van gedrag dat voor ons niet acceptabel is, en wel in persoonlijk contact met degene die dat gedrag vertoont, op gelijkwaardige basis en met de intentie dat hij zich in de toekomst op dit onderwerp anders gaat gedragen. Voor echte verandering is het nodig te weten hoe het nu gaat, te begrijpen wat nodig is om effectiever te worden, dat ook willen en het ten slotte ook gewoon te doen.
Aanspreken gaat voor Heins dieper dan het geven van feedback. Het raakt aan persoonlijke waarden, organisatiewaarden en strategie. Het gaat over hoe we met elkaar en met onze belanghebbenden om willen gaan. Aanspreken heeft te maken met ons morele kompas en is dwingender dan feedback. We vinden aanspreken erg belangrijk, maar noemen het liever niet zo omdat we het een betuttelende term vinden. Aanspreken is nodig om te zorgen dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt en doet wat is afgesproken. Het is nodig om de sfeer te bewaken. Aangesproken worden is ook nodig om te kunnen leren. In de meeste organisaties spreken we elkaar echter niet aan en dat betekent dat we het ongewenste gedrag gedogen en toelaten.
We vinden het uitermate moeilijk om kritiek te geven en tegelijkertijd snakken we ernaar kritiek te krijgen om onszelf te kunnen ontwikkelen. Het gevolg is dat tachtig procent van de teams niet functioneert. Heins legt scherp bloot waarom we weerstand tegen aanspreken hebben. We voelen ons bijvoorbeeld niet veilig in onze organisaties. We ontkennen dat we ons laten leiden door angst. We hebben een hekel aan het brengen van slecht nieuws. We proberen verlies te voorkomen. We sturen op kortetermijnresultaten. We willen erbij horen. En we willen ons zelfbeeld hooghouden en gezichtsverlies voor de ander voorkomen.
Het gaat erom een cultuur te creëren waarin we elkaar toch gaan aanspreken. Klassieke managers willen in control zijn, maar hoe doe je dat als je elkaar niet aan de gemaakte afspraken kunt houden of als je zelfs niet weet wie je daarop kunt aanspreken? Beheersing van de situatie kan alleen in het moment zelf plaatsvinden. Daarom moet direct aanspreken normaal worden.
In het langste deel van haar boek gaat Gytha Heins in op hoe we dat nu gewoon kunnen gaan doen dat aanspreken. Hier wordt zij het meest praktisch en het is ook het meest confronterende deel.
Aanspreken? Gewoon doen! Leest bijzonder gemakkelijk weg. De auteur is niet over een nacht ijs gegaan, maar heeft zelf drie jaar lang onderzoek verricht. De verantwoording daarvoor bevindt zich achterin het boek, net als de literatuurverwijzingen die horen bij de noten in de tekst. Een lekker boek, maar als je ermee aan de slag gaat, betekent dat nogal wat.
Over Nico Jong
Nico Jong is senior adviseur bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.