Great at Work is in zekere zin een ontluisterend boek. Hansen ontrafelt op vakkundige en overtuigende wijze de mythe dat succes alleen te behalen is door zoveel mogelijk kansen te benutten en door meer overuren te maken en meer geld te besteden dan anderen. Dat het tegendeel beter werkt illustreert hij bijzonder treffend aan de hand van de wedloop tussen Scott en Amundsen om als eerste de Zuidpool te bereiken. Scott had een ogenschijnlijk betere uitgangspositie dan Amundsen. Naast de gebruikelijke hondensleden had hij nog vier alternatieve transportmiddelen, driemaal zoveel personeel en tweemaal zoveel geld te besteden. Toch won Amundsen met alleen zijn hondensleden uiteindelijk de race. Hij was selectief en doeltreffend door gebruik te maken van een klein, gespecialiseerd team en had de beste honden die getraind waren door de allerbeste hondentrainer van die tijd.
Met deze anekdote aan het begin van het boek lanceert Hansen zijn eerste (en meteen ook allerbeste) principe: Do less, Then Obsess. Het adagium ‘doe minder’ vindt gemakkelijk ingang bij mensen die werkdruk oplossen door nog harder te werken. Door te focussen schuiven ze taken aan de kant en creëren ze meer ruimte voor de meest belangrijke werkzaamheden. De crux van het principe zit dan ook in het tweede deel. Wie echt een omslag wil maken, zo zegt Hansen, moet er ook volledig voor gaan en de overblijvende taken op bijna maniakale wijze tot in de perfectie uitvoeren. Dus niet vasthouden aan die gewoonte om tussendoor nog snel even een paar e-mails te beantwoorden. En niet als vanzelfsprekend instemmen met het verzoek van een collega die jou echt in haar projectteam moet hebben.
Helaas zakt het boek al vrij snel in en onderscheiden de principes van Hansen zich nog weinig van de obligate adviezen die je uit je omgeving krijgt als je meer uit je werk wilt halen. Onder de noemer van Redesign Your Work krijgt de lezer adviezen als: creëer meer waarde, schrap activiteiten van weinig waarde, verbeter de kwaliteit van huidige producten en voer bestaande activiteiten efficiënter uit. Ook besteedt Hansen een heel hoofdstuk aan het volgen van je passie en dat het verstandig is een doel aan je passie te koppelen. Geen nutteloze tips weliswaar, maar echt nieuw en inspirerend zijn ze ook niet meer.
In het tweede deel, dat gaat over samenwerken, maakt Hansen het weer enigszins goed. Ook daarin springt één principe er weer bovenuit: wees selectief in met wie je gaat samenwerken. High performers zijn uiterst selectief en zorgvuldig in het bepalen met wie ze willen samenwerken. Vervolgens weten ze mensen aan zich te binden door gemeenschappelijke doelen te benoemen die leiden tot enthousiasme en gedrevenheid bij de teamleden.
Hoewel het een aantal interessante en nuttige lessen bevat is Great at Work zeker geen must read. Hansen werkte in de jaren negentig van de vorige eeuw mee aan het onderzoek van Jim Collins dat heeft geleid tot het succesvolle Good to Great. Hij lijkt nu, bijna 20 jaar later, met zijn boek nog mee te willen liften op het succes van Collins maar kan helaas de kwaliteit van Good to Great niet evenaren.
Over Jan Boerstra
Jan Boerstra is senior organisatieadviseur en projectleider bij de provincie Flevoland.