Coyle brengt tijd met ze door, observeert gedrag en de stijl van leidinggeven in de organisaties. Op deze manier legt hij patronen bloot waar we allemaal van kunnen leren als het gaat om wat nu eigenlijk een team succesvol maakt. Ik ga proberen om in maximaal zeshonderd woorden duidelijk te maken waarom dit boek in handen moet komen van iedere manager die een goede sfeer en een daadkrachtige groepsmentaliteit wil cultiveren.
Het eerste dat mij bijzonder aanspreekt is de stijl van schrijven van Coyle: het is bijna proza. Hij is een verhalenverteller pur sang die de lezer eloquent maar ook heel efficiënt in zijn verhalen over succesvolle teams meeneemt. Hij geeft de lezer zinnen als ‘Kijken hoe Givechi luistert is alsof je een topatlete in actie ziet. Ze luistert voornamelijk met haar ogen, die als een geigerteller zo gevoelig zijn voor verandering in stemming en expressie’. De schrijver geeft ieder persoon een eigen stem en weet van non-fictie bijna fictie te maken waardoor de lezer volledig opgaat in het verhaal. Het boek is daarmee een echte page turner, een zeldzaamheid in dit genre.
De kern van het betoog van Coyle spreekt mij – arbeid- en organisatiesocioloog – niet alleen bijzonder aan, ik geloof ook daadwerkelijk dat de door de schrijver naar voren gebrachte succesfactoren voor een sterke bedrijfscultuur kloppen. Het gaat om het creëren van psychologische veiligheid, een gevoel van onderlinge cohesie en een gezamenlijk doel, leiders die zich kwetsbaar op durven te stellen, medewerkers die om hulp durven te vragen en bovenal veel, heel veel, open en eerlijke communicatie.
Coyle weet op een bijzonder manier psychologische verbanden te verweven in zijn verhalen. Hij heeft veel aandacht voor menselijk gedrag en de wetenschappelijke inzichten die in de afgelopen honderd jaar zijn opgedaan. Hij schrijft over het nog steeds onderschatte belang van lichaamstaal, oogcontact en andere vormen van non-verbale communicatie. Tijdens zijn ontdekkingsreis – het boek bevat vele antropologische observaties – ontmoet Coyle mensen die bijzondere kwaliteiten vertonen als het gaat om luisteren, empathie, beleefdheid en nieuwsgierigheid. De menselijke insteek van dit boek kan de lezer verder brengen dan welk managementmodel of -theorie dan ook. Dan heb je als lezer wel iets nodig dat de schrijver ook voor iedere manager noodzakelijk acht: het vermogen om in de spiegel te kijken en jezelf moeilijke vragen te stellen.
Tot slot: het boek is ook nog eens superpraktisch. Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met enkele praktische tips. Sommige gaan over zaken die wat langer duren voordat ze effect gaan hebben, andere zijn bijvoorbeeld heel simpel, zoals goede vragen die je aan je medewerkers of je collega’s kan stellen. Hoofdstuk 6, Ideeën voor actie, is een hoogtepunt in het boek. In amper twaalf pagina’s vat Coyle de belangrijkste elementen van een veilige werkomgeving samen met voorbeelden en praktische tips om de ideeën direct om te zetten in actie.
Is er dan helemaal niets te klagen? Jawel. Het boek maakt je nieuwsgierig naar de organisaties en personen die in het boek aan bod komen. Over iedereen valt een heel boek te schrijven. Je wil meer over ze lezen, veel meer zelfs. Dat is dan ook het enige dat spijt oproept als je het boek uit hebt. Lees dit boek. Het is geweldig!
Over Wiemer Renkema
Wiemer Renkema is eigenaar van To be Training & Consulting, een innovatief human resources training- en managementadviesbureau. Hij is de auteur van Managen of niet, dat is de vraag.