Amerikaanse zakenmensen hebben ook een duidelijk beeld van Nederlanders: star, zoeken naar consensus en harmonie, hebben een langetermijnplanning. Wie heeft er gelijk? Beiden hebben gelijk, als je met hùn culturele bril naar ons gedrag kijkt.
In het boek Interculturele competenties van Patrick Janssen wordt gesteld dat om in een multiculturele omgeving succesvol te zijn, effectieve communicatie heel belangrijk is. Om culturele aspecten in de communicatie te herkennen, heb je de competentie interculturele sensitiviteit nodig. Deze competentie neemt een belangrijke plaats in het boek in. Hoe groter je interculturele sensitiviteit, hoe beter je kunt omgaan met culturele verschillen, hoe beter je kunt communiceren met mensen uit andere (sub)culturen, met deze kunt onderhandelen en deze kunt leiden.
Hoe doe je dat, je interculturele sensitiviteit vergroten? Het boek bouwt dit op van vrij algemeen naar vrij specifiek, en benoemt 5 aspecten. 1. Het begint met je kennis over de cultuur, hieraan zijn de eerste drie hoofdstukken gewijd: de definitie van cultuur, waar cultuur vandaan komt en wat culturele identiteit is. 2. Wat je ook kunt doen, is het bestuderen van theorieën en modellen. Hierdoor begrijp je mensen uit verschillende culturen beter. In de volgende drie hoofdstukken van het boek worden 4 modellen besproken: Hall, Kluckhohn, Hofstede en Lewis. 3. Ook is het goed om het proces van culture shock te begrijpen èn de bijbehorende reflexreacties. Het boek gaat in hoofdstuk 7 verder met aspect 4: het model van Bennet. Hierin wordt het hele proces van interculturele sensitiviteit uitgewerkt: van ontkennen van cultuurverschillen, naar het verdedigen van de eigen cultuur, naar het bagatelliseren van de cultuurverschillen, vervolgens het accepteren ervan, het aan de cultuur van de ander aanpassen en ten slotte de eigen en nieuwe cultuur te integreren, zodat je makkelijk van de ene naar de ander kunt switchen. Dit onderdeel vond ik erg sterk en ook heel herkenbaar. 5. De competentie om diverse perspectieven te kunnen innemen is het laatste aspect, opgenomen in hoofdstuk 8. Tot dusverre is het boek vrij theoretisch en wetenschappelijk ingestoken. De laatste twee hoofdstukken zijn zeer praktisch, deze gaan over het herkennen van ‘verborgen’ culturele communicatie en hoe om te gaan met culturele conflicten.
Omdat een groot deel van het boek theoretisch is, is ook de schrijfstijl wat formeel. Dit wordt uiterst prettig gecompenseerd met plaatjes, tabellen, diagrammen, krantenartikelen en praktijkvoorbeelden. Heel goed vond ik de ervaringen van de diverse stagiairs: Nederlandse stagiairs in het buitenland, en andersom, die in hun eigen woorden over hun ervaringen vertellen. Deze mix maakt het boek toegankelijk en prettig leesbaar. Elk hoofdstuk heeft een samenvatting en een test in de vorm van vragen en opdrachten. Die test komt soms wat schools over, voor degenen die niet het risico lopen om ‘overhoord’ te worden. Het boek is dan ook bedoeld voor onderwijsdoeleinden. De bijbehorende website helpt studenten (met de licentiecode kun je òf als docent òf als student inloggen, ik heb de studentvariant gebruikt) zich voor te bereiden op examens.
Ofschoon er erg veel voorbeelden in staan over diverse landen en culturen, geeft dit boek geen handvatten om direct toe te passen op specifieke landen. Verwacht dus geen overzicht van alle bijzonderheden van bijvoorbeeld de Amerikaanse of Japanse cultuur. Het boek geeft juist als boodschap mee dat je open moet staan voor de ander, je eigen overtuigingen los moet laten en nieuwsgierig moet zijn naar de andere cultuur, door het voeren van een culturele dialoog, die gestoeld is op luisteren, onderzoeken, reflecteren en het uitstellen van je oordeel. Wel zijn er veel voorbeelden opgenomen over hoe verschillende regio’s omgaan met bijvoorbeeld gastvrijheid, tijd, persoonlijke ruimte en dergelijke, en zijn een aantal tabellen opgenomen met landenscores op de verschillende culturele dimensies van Hofstede.
Ook als je geen docent of student bent, is dit boek erg nuttig, bijvoorbeeld als je langere tijd naar het buitenland gaat of met buitenlandse collega’s gaat samenwerken. Je weet dan dat die culture shock na enkele maanden zeker gaat komen, en hoe je daarmee om kunt gaan. Ook vond ik dit boek verhelderend omdat het de historische achtergronden aangeeft van gebruiken uit andere culturen die voor mij ‘vreemd’ overkomen. Gastvrijheid is daarvan een goed voorbeeld. Culturen die (oorspronkelijk) uit woestijngebieden komen zien een vreemdeling als iemand die verdwaald is, of de enige overlevende van een andere groep, en die zal sterven van dorst, honger, kou (’s nachts) of hitte als hij niet geholpen wordt. Dus geef je hem eten en drinken en onderdak, dat spreekt vanzelf. In Nederland is dat veel minder vanzelfsprekend, wij kennen geen watergebrek of extreme temperaturen.
Tijd is een ander goed voorbeeld. In Midden-Afrika kent men geen seizoenen, geen zomer of winter, er is altijd genoeg te eten. De inwoners hoefden daarom nooit echt het zaaien en oogsten te plannen. Plannen, het voorspellen van jaargetijden en weer, werd pas van levensbelang toen onze voorouders van Afrika naar Europa migreerden. Plannen, strikt omgaan met tijd, zit inmiddels in onze westerse cultuur ingebakken. Heb jij de tijd voor culturele conflicten in je bedrijf? Nee? Dan is Interculturele competenties wat voor jou.
Elly Stroo Cloeck is specialist op het gebied van GRC en Internal Audit. Daarnaast schrijft ze samenvattingen en recensies van managementboeken. Ze ontving dit boek van Managementboek.nl om te recenseren.
Over Elly Stroo Cloeck
Elly Stroo Cloeck is project- en interim-manager op het gebied van Finance, Internal Audit en Risk Management. Daarnaast schrijft ze recensies en samenvattingen van managementboeken.